Een oase in de Turkmeense woestijn
De Turkmeense hoofdstad Ashgabat (of Asjchabad) ligt in het zuiden van het land, aan de voet van een lage bergrug die Turkmenistan scheidt van Iran. Als je het witte marmer en de brede, lege wegen van de stad achter je laat en naar het noorden rijdt, ben je vrijwel direct in de Karakum-woestijn. Links en rechts van de verlaten asfaltweg strekken zandvlaktes zich uit, met dor ogende woestijnplanten en hier en daar wat heuvels. De kans is groot dat je moet stoppen voor overstekende wilde dromedarissen. Soms hebben zich zandduinen gevormd en is het asfalt bedekt een laagje zand.
Na 265 kilometer rijden door het niets kom je bij een afslag, een zandweg voert naar rechts de woestijn in. Na een paar honderd meter draait de weg om wat lage heuvels en sta je bij een van de meest bijzondere plekken van Centraal-Azië: de “Poort naar de Hel”, de krater van Darwaza. Gasboringen deden hier in de jaren vijftig drie grote kraters ontstaan. Toen Sovjet-geologen per ongeluk stuitten op een immens ondergronds gasreservoir ontvlamde een van de kraters, met een diameter van 70 meter en een diepte van 30 meter. De afgelopen decennia verlichten metershoge vlammen de woestijn, een onwerkelijk schouwspel: de woestijn staat hier al 52 jaar in brand.
Wouter: “Toen ik 9 jaar geleden bij de krater van Darwaza overnachtte, zette mijn chauffeur een koepeltentje voor me op. Op een houtvuurtje roosterde hij vlees en groenten. De lege vlakte vormde mijn toilet. Midden in de nacht stond ik in de stilte van de eindeloze woestijn te kijken naar de gloed van het enorme vuur en te luisteren naar het loeien van de vlammen”.
Maart 2023
We ontmoeten onze Turkmeense contacten Shapar en Elena in Berlijn op de ITB, de grootste reisbeurs van Europa. We omhelzen elkaar. Het is goed elkaar weer te zien, voor het eerst in meer dan 3 jaar. Natuurlijk hebben we veel te bespreken over onze samenwerking. Maar onze grootste vraag is vooral: hoe zijn zij de afgelopen 3 jaar doorgekomen? Dat willen ze ons graag vertellen.
Het was een bijzonder frustrerende tijd geweest: geen werk, geen inkomen, geen overheidssteun en geen enkel zicht op verandering van de situatie. Wat doe je met je personeel in zo’n geval? Shapar koos de vlucht naar voren en trok met zijn kantoorpersoneel, zijn gidsen en zijn chauffeurs de woestijn in, naar Darwaza. Daar gingen ze aan het werk, midden in de leegte, ondanks de hete dagen en koude nachten. In een jaar tijd bouwden ze een ware oase op: een serie ruime yurts, betegelde paden, een toegangspoort, overdekte veranda’s, een restaurant en toiletblokken.
Hun grote trots waren echter de tuinen die zij midden in de woestijn hebben aangelegd. Met glimmende ogen vertelt Shapar hoe hij een tankwagen met water uit Ashgabat had laten komen. Met veel geduld en zorg gebruikten ze dit water in de net aangelegde perken. Uiteindelijk verschenen daar struiken, bloemen en kleine bomen. Ze legden zelfs een slingerende vijver aan voor een groepje eenden en ganzen.
Ze komt het dat onze reizigers bij Darwaza nu in een ruime yurt overnachten en dineren op een overdekte binnenplaats, met zicht op een bloementuin en snaterende vogels (en zelfs een paar geiten). Wat niet is veranderd is de krater: een paar honderd meter van het kamp verlichten de vlammen nog steeds de woestijnhemel.
22 april 2023
De foto’s van het jurtkamp zijn gemaakt door onze agent, de overige door Blini tijdens onze reizen en op de ITB