Centraal-Azië Compleet

Jongen met een traditionele hoofdtooi tijdens Novruz-festival, Turkmenistan (foto: Blini Reizen)

Een complete rondreis door Centraal-Azië, over ongebaande wegen door alle vijf de ‘Stan’-landen. Je wandelt door de belangrijkste Zijderoute-steden, verbaast je in het vreemde Ashgabat, trekt door het spectaculaire Pamir-gebergte, overnacht bij nomadische herders en in homestays in vriendelijke bergdorpen en bezoekt de mooiste natuurparken. Natuurlijk bezoek je alle toeristische hoogtepunten maar deze reis brengt je ook buiten de gebaande paden, letterlijk en figuurlijk.

In Oezbekistan pak je de trein, maar het grootste deel van de rondreis reis je 4WD met chauffeur. In de steden overnacht je in hotels, daarbuiten in guesthouses, bij lokale families of in yurts. Dit is een prachtige manier om de landen en de gastvrije bevolking beter te leren kennen. Sanitair en andere voorzieningen zijn soms eenvoudig.

Een deel van de reis voert over grote hoogte. Je passeert passen van tot wel 4655 meter en slaapt ook enkele nachten boven de 3000 meter. Hoewel de reis zo is opgebouwd dat je kunt wennen, krijgen sommige reizigers toch last van een milde vorm van hoogteziekte: lichte hoofdpijn en misselijkheid die na een nachtje weer is verdwenen. Als de klachten niet verdwijnen wordt doorgereden naar lager gelegen gebieden, zodat de oorzaak van de problemen wordt weggenomen.

In Tadzjikistan maak je een aantal wandelingen. Deze zijn niet al te lang en technisch niet moeilijk. Het is altijd mogelijk om in overleg het programma aan te passen en de wandeling in te korten of te schrappen.

Reistype: individuele reis
Reisduur: 30 dagen
Beste reistijd: eind mei t/m begin oktober

Prijs vanaf € 5980,- (uitgebreide prijsinformatie).
Praktische reisinformatie en achtergronden: Turkmenistan, Oezbekistan, Tadzjikistan, Kirgizië en Kazachstan.
Meer informatie of een reis op maat? Wij maken graag een offerte!
Bel (030-3040031) of mail (info@blinireizen.nl) ons, of klik op de offerte-knop hieronder.
Offerte aanvraag


uitgebreide reisbeschrijving

Dag 1-2 Ashgabat
Je vertrekt vanuit Amsterdam of Brussel en komt de volgende ochtend vroeg aan in Ashgabat. Je wordt opgewacht en naar je hotel gebracht.

De nieuwe hoofdstad van Turkmenistan is opgebouwd met inkomsten uit olie en gas en voelt onwerkelijk aan. Brede, lege boulevards voeren langs enorme witmarmeren paleizen. Grote fonteinen en tienduizenden geplante bomen doen de omringende woestijnen vergeten. Megalomane monumenten benadrukken de glorie van dit nieuwe land en haar leiders.
Het beeld in de oude wijken van de stad is anders, met onder meer veel Sovjet-architectuur en drukke markten.

Op dag 2 verken je de stad. Je hebt hiervoor de beschikking over een auto met chauffeur. Je kunt overwegen ook een gids te nemen. Je bezoekt ondermeer het Onafhankelijkheidspark, het Ruhnama monument, de Neutrality Arch, het Constitution monument, het Alem reuzenrad, het Huwelijkspaleis uitzichtpunt en de Russische bazaar. Ook verlaat je de stad voor de ruïnes van Nissa, een belangrijke stad totdat in de 13e eeuw de Mongoolse legers langstrokken. Vanuit dit UNESCO-monument heb je een prachtig uitzicht over de omliggende woestijn en bergen.

In de avond maak Ashgabat-by-night tour, een bijzondere ervaring.

Dag 3 Ashgabat en Darwaza
Dag 3 begint met een bezoek aan het Nationale Museum en de ruïnes van de Anau Moskee. Daarna rijd je naar een stoeterij van Akhaltekhe-paarden, de beroemde goudkleurige Turkmeense paarden die worden gekoesterd als nationaal symbool.

Hierna is het tijd voor de reis naar het noorden. Midden in de woestijn liggen hier de kraters van Darwaza, waar al tientallen jaren metershoge vlammen de omgeving verlichten, een onwerkelijk schouwspel. Dichtbij de krater staat een yurt kamp, met slaaptenten, een eettent en toiletfaciliteiten. Een nacht in de leegte van de Karakum-woestijn mag eigenlijk niet ontbreken in een reis door Turkmenistan.

Ashgabat – Erbent – Darwaza: 5 uur rijden

Dag 4 Kunya Urgench, Nukus
Je rijdt verder naar het noorden. NB: door achterstallig wegonderhoud is dit traject erg slecht.

Niet ver van de grens liggen de ruïnes van de oude stad Kunya Urgench, ooit het centrum van een belangrijk rijk. Het is leuk hier een uurtje rond te wandelen, niet alleen vanwege de indrukwekkende monumenten maar ook door de lokale mensen die hier net als jij als toerist rondwandelen. In de namiddag steek je de grens met Oezbekistan over en kom je aan in Nukus.

Het geïsoleerde stadje Nukus is de hoofdstad van de regio Karakalpakstan. De “claim to fame” van Nukus is het uitstekende museum met avant-gardistische kunst uit de Sovjettijd en een goed overzicht van de Karakalpakstaanse kunst. Het museum is het levenswerk van de schilder, archeoloog en verzamelaar Savitsky, die in de jaren ’50 van de vorige eeuw begon met het verzamelen van werken van kunstenaars die in de Sovjet-Unie uit de gratie waren omdat deze niet voldeden aan de realistische stijl die de staat op dat moment voorschreef. De kwaliteit van de werken is ongekend.

Darwaza – Kunya Urgench – Nukus: 7 uur rijden

Dag 5-6 Khiva
In de ochtend heb je tijd voor het museum, daarna rijd je per auto met chauffeur naar het oosten. Onderweg stop je achtereenvolgens bij de ruïnes van drie woestijnforten (oftewel: kala’s): Kyzyl-kala, Toprak-Kala en Ayaz-Kala. Toprak-Kala was vanaf de 3e eeuw voor Christus de hoofdstad van Khorezm, een groot en machtig rijk dat zich uitstrekte langs de rivier de Amu Darya, in het hart van het huidige Centraal-Azië. Ayaz-Kala en Kyzyl-Kala waren forten die de grenzen moesten verdedigen. De sfeervolle ruïnes liggen midden in de indrukwekkend onherbergzame Kyzylkum-woestijn en het is moeilijk voor te stellen dat hier ooit een bloeiende beschaving was gevestigd.

Khiva was als stadstaat een van de opvolgers van het oude rijk Khorezm (of Chorasmië), dat zich uitstrekte langs de delta van de Amu-Darya. Pas in 1924 verloor de stad haar onafhankelijkheid en werd onderdeel van de socialistische Sovjetrepubliek Oezbekistan.
De moderne tijd is grotendeels voorbij gegaan aan het oude centrum. De stadsmuren en vele monumenten zijn daardoor blijven staan. Nog onder de Sovjet-Unie werd begonnen met een zorgvuldige restauratie die er toe heeft geleid dat Khiva nu de meest complete en best bewaarde oude stad van Centraal-Azië is. Wandelend door Khiva kost het je weinig moeite je voor te stellen hoe het was in de tijden dat de Khans van Khiva nog regeerden over grote delen van de omliggende woestijnen, karavanen handelswaar – vaak slaven – de stad binnenbrachten en vreemdelingen hun leven niet zeker waren.

Je moet zeker gewoon doelloos ronddwalen binnen de 10 meter hoge muren van Itchan Kala, de oude stad. Maar vergeet ook alle monumenten niet: de Kuhna-Ark, het fort van de Khans van Khiva, de Juma-moskee met 218 houten pilaren, de madrassas, de mausolea en de paleizen. De oude stad is op haar mooist en sfeervolst in het namiddag- en ochtendlicht.

Dag 7-8 Buchara
Je reist verder per trein: dit is een goede mogelijkheid Oezbekistan en de Oezbeken op een andere manier te leren kennen. Natuurlijk regelt Blini de transfers naar en vanaf het station.
De spoorlijn volgt de oude karavaanroutes door de Kyzylkum-woestijn. Doel is de oude handelsstad Buchara. Je komt aan het einde van de middag aan en hebt nog tijd voor een eerste wandeling door de sfeervolle straten van de stad.

De volgende dagen staan helemaal in het teken van Buchara. De 2500 jaar oude stad was net als Khiva een van de belangrijkste steden van Centraal-Azië en een belangrijke schakel van de Zijderoute. Een van de hoogtepunten van de oude stad is de Kalyan-minaret. Toen de stad door de Mongolen werd verwoest, zou het Djengiz Khan zelf zijn geweest die zo onder de indruk was van de pracht van de toren, dat hij opdracht gaf dat deze gespaard moest blijven.
Het grote fort, de Ark genoemd, is ook een ‘must’. Gelegen op een rots boven de stad heb je vanaf de muren een prachtig uitzicht. In het fort zijn verschillende stoffige maar leuke musea gevestigd.
Een persoonlijke favoriet van Blini Reizen is de Chor-Minor. Deze kleine bescheiden madrassa met vier torens ligt wat afgelegen op een pleintje midden in een woonwijk. Vergeleken met veel andere gebouwen in Buchara is het een bescheiden gebouw, maar wel van een ongekende schoonheid. Een deel van het plezier van een bezoek aan de Chor-Minor is de wandeling er naar toe. Deze voert door steegjes en langs lemen huizen. Onderweg kom je spelende kinderen en af en toe een zwaar beladen ezel tegen. Zo moet het leven in het oude Buchara zijn geweest.
Buchara is meer dan het bewonderen van oude gebouwen. Het hart van de oude stad wordt gevormd door Lyab-i-Hauz. Rond een groot waterreservoir staan de tafeltjes van theehuizen en restaurantjes. Oude bomen zorgen voor de nodige schaduw. Het is heerlijk om hier in het gezelschap van oude Oezbeken en onder het genot van meerdere potten thee een paar uur niets te zitten te doen.

Buiten de stad liggen de tombe van de soefi-heilige Bakhautdin Naqshband en het zomerpaleis van de emir. Het zijn leuke bestemmingen voor een excursie. Je kunt hiervoor via Blini voor vertrek een auto met chauffeur en eventueel een gids regelen.

trein: 7 uur

Dag 9-11 Samarkand
Je verlaat Buchara weer per trein. Het doel van is het legendarische Samarkand.

Samarkand werd meer dan 2750 jaar geleden door de Perzen gesticht en is daarmee een van de oudste nog bewoonde steden ter wereld. De lange geschiedenis telt tal van tumultueuze momenten. Zo veroverde Alexander de Grote de stad in 329 voor Christus, kwamen in de 13e eeuw de Mongolen langs denderen en maakte de beruchte Timur Lenk Samarkand tot de hoofdstad van een van de grootste rijken aller tijden. En al die eeuwen was de stad een van de belangrijkste steden aan de Zijderoute.

Het Registan vormt het hart van de stad. Aan dit plein liggen drie prachtige madrassas (Koranscholen), met mooi versierde groenblauwe koepels die glinsteren in de zon. Een kwartiertje wandelen verderop ligt een ander hoogtepunt van Samarkand: Sha-i-Zinda. In deze dodenstad liggen de mausolea van tientallen rijke en machtige bewoners van de stad zij aan zij, de een nog mooier dan andere.
Tijdens de wandeling naar de Sha-i-Zinda passeer je de enorme Bibi-Khanym Moskee, die tussen 1399 en 1404 gebouwd werd in opdracht van Timur Lenk, door de vele ambachtslieden die hij van zijn veroveringen meevoerde naar Tasjkent. Dat de moskee wat vervallen is, maakt deze des te sfeervoller.
Timur Lenk zelf ligt begraven in het kleinere, maar nauwelijks minder mooie Gur-e-Amir. Volgens de historici zijn tijdens zijn oorlogen meer dan 17 miljoen mensen omgekomen. Kijk naar de tombe en probeer je voor te stellen wat deze veroveraar met zijn legers teweeg heeft gebracht.
Maar vergeet door de vele monumenten vooral niet dat Samarkand een levende stad is. Blini wandelt graag rond op de grote, levendige Siob-bazaar, die naast de Bibi-Khanum ligt. Hier zie je het dagelijkse leven in het huidige Oezbekistan.

Overweeg een excursie te maken naar Shakhrisabz, de geboorteplaats van de Timur-Lenk. Het is nu een slaperig stadje, maar de grote, vervallen monumenten herinneren aan andere tijden. De excursie is mogelijk op dag 10 of 11 maar natuurlijk kun je de reis ook met een dag verlengen. Blini kan hiervoor vervoer en eventueel een gids regelen.

trein: 1,5 uur

Dag 12 Dushanbe
Als je de grens bent gepasseerd ben je al snel bij Penjikent. Dit is nu een provinciestadje, maar de ruïnes buiten de plaats herinneren aan de periode waarin de stad als onderdeel van het Sogdië-rijk een van de belangrijke halteplaatsen op de Zijderoute was. In de achtste eeuw werd de stad verlaten na invallen door de Arabieren. Je kunt het stoffige maar interessante museum van Rudaki, een van de grote Perzische dichters, bezoeken. Het richt zich op de geschiedenis en cultuur van de regio.
Mocht het museum niet je interesse hebben, dan kun je het bezoek aan Penjikent ook overslaan. Laat dat ons dan even weten van te voren.

Een lange rit over de Anzob-pas en door de Anzob-tunnel brengt je Dushanbe. De wat stoffige maar vriendelijke hoofdstad van het land combineert in een ontspannen sfeer Centraal-Azië met het Sovjetverleden. De stad ligt op 800 meter hoogte in het westen van het land en is wellicht de prettigste hoofdstad van Centraal-Azië. Hart van Dushanbe is de Rudaki-Avenue die wordt omzoomd door schaduwgevende bomen en stalinistische gebouwen. In het centrale park toont het gouden standbeeld van Rudaki het nieuwe zelfbewustzijn van het onafhankelijke Tadzjikistan.
Het straatbeeld weerspiegelt de verschillende kanten van de stad en het land. Roestige Lada’s en fonkelende Mercedessen; Tadzjiekse vrouwen met kleurrijke jurken en hoofddoekjes en etnische Russen in spijkerbroek; een in traditionele stijl gebouwd theehuis waar ijskoud bier wordt geschonken. Gecombineerd met de ontspannen sfeer is Dushanbe een leuke stad, bijvoorbeeld om een of meer dagen uit te rusten na een trekking door de Fann-bergen of een vermoeiende expeditie door de Pamirs.

Samarkand – Dushanbe: 295 km, 5,5 uur

Dag 13 Kalaikhumb
Je begint aan het volgende en mooiste deel van je ontdekkingsreis, het traject over de Pamir Highway. De eerste etappe is 360 kilometer lang maar verveelt geen moment. Dit eerste stuk voert door het relatief vlakke zuiden van Tadzjikistan. Kulob is met 100.000 inwoners de grootste stad onderweg, de geschiedenis gaat terug tot voor Christus.
Niet veel later duik je echt de bergen in. Je bereikt de Panj-rivier die de grens met Afghanistan vormt.
De komende week zul je de Panj-vallei volgen, waarbij je een keer de hoofdweg verlaat om via een zijdal diep de bergen in te rijden: de Bartang-vallei.
Ook zal je keer op keer opvallen hoe groot het verschil in ontwikkeling is tussen de Tadzjiekse en de Afghaanse kant van de grens: aan ‘onze’ kant een asfaltweg, aan de andere kant een ezelpad. Aan ‘onze’ kant elektriciteit, aan de andere kant duisternis.
De Panj-vallei is smal en de berghellingen steil. Op de plekken waar het dal breder wordt en vlak terrein de ruimte voor landbouw biedt, kom je door kleine dorpen waar mannen en vrouwen op het land werken en kinderen vrolijk zwaaien naar de jeep. Regelmatig passeer je grote kuddes schapen en geiten, afhankelijk van het seizoen op weg naar hoger gelegen weiden of juist weer naar de beschutting van de dalen.

Je komt aan in het dorp Kalaikhumb, waar je overnacht in het enige hotel.

Dushanbe – Kalaikhumb: 360 km, 7 uur

Dag 14-15 Bartang-vallei
De eerste stop is direct buiten Kalaikhumb. Op een heuvel hoog boven het dal ligt hier Karon Castle. De plek wordt enthousiast “het Machu Picchu van Tadzjikistan” genoemd, vanwege de indrukwekkende ligging en vanwege het feit dat de uitgestrekte resten van de stad pas in 2012 werden teruggevonden. De plek moet al in 2000 voor Christus zijn bewoond zijn, de laatste bewijzen van bewoning dateren van 1500 na Christus.

Een paar uur verder is de toegang tot de Bartang-vallei. Het is een nauw dal met steile wanden dat na iedere bocht verrast met weer een ander landschap. Tot ver in de 20e eeuw was deze vallei nauwelijks toegankelijk. Op sommige plaatsen moesten reizigers op meerdere plekken via ladders en in manden verticale rotswanden boven de snelstromende rivier passeren. Het oversteken van de rivier zelf gebeurde op opgeblazen geitenvellen. Je overnacht in het dorpje Khidjiz (ook wel Geisev).

Khorog – Khidjiz: 100 km, 2 uur

De volgende dag trek je te voet de Geisev-vallei in voor een flinke wandeling van 7 uur. Deze voert langzaam verder de bergen in, langs de groene akkers, een snelstromende rivier en prachtige blauwe meertjes. Dit is een van de mooiste landschappen van de Pamirs.
Die avond slaap je weer in dezelfde eenvoudige homestay.

Dag 16 Khorog
Je keert terug naar de Panj-vallei en reist verder naar het zuiden. Hier ligt het stadje Khorog, hoofdstad van de provincie GBAO (Gorno-Badakshan Autonome Oblast) en met 30.000 inwoners de grootste plaats van de regio. Door de strategische ligging op de grens met Afghanistan was Khorog in het Sovjettijdperk een belangrijke plaats. Maar tegenwoordig is dit gebied een van de minst ontwikkelde delen van het land en draagt de Aga Khan Foundation het grootste deel bij aan de lokale economie.
In Khorog is een botanische tuin gehuisvest (de op een na hoogste van de wereld op 2320 meter) en zeker voor plantenliefhebbers de moeite waard.
Je bent hier weer even terug in de bewoonde wereld, met winkeltjes, theehuizen en restaurants. En je slaapt weer in een echt hotel.

Bartang-vallei – Khorog: 90 km, 2-3 uur

Dag 17 Wakhan-vallei: Yamg
Je vervolgt je weg door het dal naar het zuiden. Een half uur buiten Khorog zie je aan de linkerkant hoog op de hellingen Koh-i-lal, een robijnmijn die door Marco Polo al werd beschreven. Niet veel verder bereik je het marktstadje Iskhashim, waar net als bij Khorog een brug Tadzjikistan met Afghanistan verbindt. Op zaterdagen wordt hier op een eiland in de rivier een markt gehouden waar vooral veel Afghanen naar toe komen. NB: regelmatig houden de Tadzjiekse grenswachten de grens gesloten voor buitenlanders.

Je bent nu in de Wakhan-vallei, een van de boeiendste stukken van de reis. In de lange, brede vallei liggen tal van dorpjes, ruïnes van forten, kleine heiligdommen en populaire warme baden. Naar het zuiden heb je prachtig zicht op de 7000 meter hoge toppen van de Hindu-kush die de grens tussen Afghanistan en Pakistan vormen. De vallei zelf ligt op circa 2400 meter hoogte.

Je komt al snel bij de ruïnes van een groot fort, dat prachtig is gelegen, met weids uitzicht over de Wakhan-vallei. Het oudste deel van het fort zou stammen uit de 2e eeuw voor Christus. Niet veel verder ligt het dorp Yamchun. Boven het dorp liggen de restanten van een vuurtempel en, wellicht interessanter, de warme bronnen van Bibi Fatima. Gebruik de gelegenheid om je om te kleden en je onder te dompelen in het warme water tussen de locals.
In het dorp Yamg staat een sympathiek museumpje ter ere van de lokale wetenschapper Sufi Vakhoni, die rond 1900 leefde. Het is gevestigd in een mooi traditioneel huis en vertelt het nodige over de Pamir cultuur.

Khorog – Yamg: 150 km – 4,5 uur

Dag 18 Wakhan-vallei: Langar
Een volgende stop is in het dorp Vrang, waar de ruïnes van een stupa herinneren aan de tijden dat boeddhistische reizigers door de Wakhan trokken.
Aan het einde van de Wakhan-vallei kom je bij de plek waar twee rivieren, de Pamir en de Wachan, samenkomen om als Panj verder gaan. De samenvloeiing wordt bewaakt door het indrukwekkende fort van Langar. In het gelijknamige dorpje maak je een mooie wandeling met je chauffeur.

Yamg – Langar: 125 km – 4 uur

Dag 19 Kara Jylga
Na de natuurpracht van de valleien van de Panj, Vanj, Bartang en Wakhan verandert het landschap vandaag. Het wordt er echter zeker niet minder mooi op. Je laat de Afghaanse grens en even later ook de rivier achter je en rijdt de bergen in. Langzaam klim je naar de 4300 meter hoge Kargush-pas. Het landschap wordt leger en desolater.
Via de pas bereik je de hoogvlakte van de Pamir’s die zich op 4000 meter hoogte uitstrekt. Hier kom je ook weer bij de echte Pamir Highway, die je bij Khorog hebt verlaten. Je volgt de asfaltweg naar het oosten. Regelmatig passeren konvooien Chinese vrachtwagens die bewijzen dat de Zijderoute nog springlevend is.

Je passeert twee dorpjes die niet al te veel voorstellen. Dan verlaat je de asfaltweg om over de hoogvlakte naar het zuiden te rijden. Je trekt nog verder de bergen in, naar een gebied dat de Kleine Pamir genoemd wordt en tegen de Afghaanse grens ligt. Het is er onherbergzaam er groeit weinig meer dan grassen en lage struiken. De lucht is helder en de vergezichten op de bergen en over de vlaktes zijn imposant. Je zit hier boven de 4000 meter hoogte.

Midden in de leegte ligt Kara Jylga, een hooggelegen bergweide, waar in de zomer Kirgizische nomaden leven. Ze slapen in hun traditionele yurten (grote vilten tenten) en hoeden hun kuddes yaks. Je overnacht in zo’n yurt, en dat is een bijzondere ervaring. Hoewel ’s nachts de temperatuur regelmatig tot onder het vriespunt daalt, is het in de yurt altijd heerlijk warm. Er zijn matten, stapels dekens en een kachel die wordt gestookt op de mest van de yaks. De toiletvoorzieningen zijn echter eenvoudig: de wc is buiten en niet meer dan een gat in de grond met daaromheen een schutting. Water, koud en warm, is er alleen in emmers. Je slaapt midden in de lege natuur. Vergeet ’s nachts niet de yurt uit te stappen om van de sterrenhemel te genieten.

Langar – Kara Jylga: 228 km, 6-7 uur

NB: wanneer de Kirgizische nomaden nog niet met hun kuddes op de hoogvlaktes zijn gearriveerd, overnacht je in een homestay in Jarty Gumbez (240 km, 6-7 uur).

Dag 20 Murghab
De dag begint met een laatste tocht door de prachtige natuur in dit deel van Tadzjikistan. Doel is onder andere het meer met de prachtige naam Zor-Kul. Het ligt op de grens met Afghanistan aan de voet van de bergen en het water is door de ijle lucht en de vrijwel altijd onbewolkte hemel meestal prachtig azuurblauw.
Het lijkt alsof je hier aan het einde van de wereld bent. Maar weinig meer dan 100 jaar geleden was deze regio het doel van haastige expedities waarin Russische en Britse ontdekkingsreizigers elkaar probeerden af te troeven. Het was allemaal onderdeel van de “Great Game”, de koude oorlog waarin de twee wereldrijken met elkaar wedijverden over invloed en macht in Centraal-Azië.

Daarna keer je terug naar de Pamir Highway en rijdt naar Murghab, het regionale centrum van de hoogvlaktes van de Pamir’s. Met 11.000 inwoners en op 3650 meter hoogte stelt Murghab weinig voor. Toch voelt het na de leegte van de Pamir’s als de bewoonde wereld. Je slaapt hier weer in een guesthouse.

Zor-Kul – Murghab: 190 km, 5-6 uur

Dag 21 Osh
Je vervolgt per jeep je tocht over de Pamir Highway door het woeste, lege landschap, de Highway buigt naar het noorden. Niet ver buiten Murghab staan de restanten van een oude legerpost uit de tijden dat Russische tsaren de Pamir’s bij hun uitgestrekte rijk voegden. Je rijdt door een leeg en weids maanlandschap, met lage bergen en blauwe meren. De weg stijgt langzaam naar het hoogste punt: de 4655 meter hoge Ak-Baital-pas. Hierna daal je af naar het grote Karakul-meer. Door de hoogte en het klimaat is er in dit meer geen leven.

Een volgende klim brengt je naar de 4336 meter hoge Kyzyl-Art pas. Hier ligt de grens tussen Tadzjikistan en Kirgizië. Omdat de lokale chauffeurs de grenzen niet over mogen steken, wissel je hier van chauffeur. Het is mogelijk dat je daarbij een stuk moet lopen.

Na de grens daal je af naar het plaatsje Sary Tash dat niet meer dan een kruising is: de weg naar links brengt je terug naar Dushanbe, de weg naar rechts voert naar China.

Je kunt ervoor kiezen de reis met een dag te verlengen en te overnachten bij Achik-Tash, in het base camp van de machtige Lenin Peak, met 7134 de hoogste berg van de voormalige Sovjet-Unie. Rond het base camp liggen verschillende bergmeren. Aan het einde van de zomer heeft de kracht van de zon het water zo verwarmd dat je er aangenaam kunt zwemmen.

Jij rijdt rechtdoor en beklimt een laatste spectaculaire pas (de Taldyk-pas van 3615 meter). Aan de andere kant ligt de uitgestrekte Fergana-vallei, die is verdeeld tussen Oezbekistan, Kirgizië en Tadzjikistan. Dichtbij de Oezbeekse grens ligt Osh, een van de oudste steden ter wereld. Van die rijke geschiedenis is niet veel bewaard gebleven, maar op de kleurrijke markt krijg je nog een idee van het verleden als handelspost langs de zijderoute.

Murghab – Osh: 415 km – 7 uur

Dag 22 Kazarman
Je volgt de randen van de Fergana-vallei maar draait snel weer de bergen in. Een stille provinciaalse weg leidt naar het oosten. Deze weg is alleen in de zomermaanden begaanbaar. De rit van vandaag voert je door een prachtig, verlaten berglandschap. Houd er rekening mee dat je regelmatig zal stoppen om foto’s te maken.

Je overnacht in Kazarman. Met 10.000 inwoners is dit niet meer dan een groot dorp maar het is wel de grootste plaats van de omgeving.

Arslanbob – Kazarman: 240 km, 7 uur

Dag 23-24 Son-Kul
Vanaf Kazarman wordt het dal breder en is er meer bewoning. Een paar uur verder brengt een onverharde zijweg je de bergen in en uiteindelijk naar de oevers van Song-Kul, een spectaculair gelegen helderblauw meer omringd door groene berghellingen. Op 3000 meter hoogte is de lucht altijd helder en de sterrenhemel ongekend. Je overnacht in een yurt, de traditionele vilten tent van de nomaden. Dat betekent onder eenvoudige omstandigheden, maar ook een kennismaking met het eeuwenoude bestaan van de Kirgizische herders. Overdag kun je wandelen, paardrijden en genieten van de indrukwekkende omgeving.

Kazarman – Son-Kul: 200 km, 5 à 6 uur

Dag 25 Bokonbaevo
Na drie dagen stilte en gravelwegen keer je terug naar de bewoonde wereld en het asfalt: dit is de hoofdweg van Bishkek naar China. In het verleden vormde deze route een van de aftakkingen van de befaamde Zijderoute. Onderweg kun je stoppen bij de ruïnes van Koshoi Korgon: de overblijfselen van dit fort laten zien dat hier vroeger een belangrijke karavaanroute liep.

Je komt al snel bij de westelijke oever van Issyk-Kul aan. Je weet inmiddels dat ‘Kul’ ‘meer’ betekent en het uitgestrekte Issyk-Kul vormt het hart van Kirgizië. Met een lengte van 170 kilometer en een breedte van 70 kilometer is Issyk-Kul het op een na grootste bergmeer ter wereld (na het Peruaans-Boliviaanse Titicaca-meer). Het prachtige blauw van het meer wordt aan alle zijden omringd door bergtoppen, waarvan veel met sneeuw zijn bedekt.
Je volgt de stille weg langs de zuidelijke oever. Na een tijdje kom je in het dorpje Bokonbaevo.
Als je wat tijd over hebt kun je Bokonbayevo te voet verder te verkennen. Een duik in het meer is natuurlijk ook een optie.

In Bokonbayevo wonen nog mensen die volgens eeuwenoude traditie jagen met adelaars. Het is mogelijk voor vertrek een demonstratie te boeken. Het maakt een onvergetelijke indruk om een enorme steenadelaar op je arm te hebben zitten.

Als je wilt weten hoe de Kirgiezen hun vilten tenten en opvallende witte hoeden maken, dan kun je onderweg in Kochkor een demonstratie bijwonen bij een lokale vrouwencoöperatie. Een andere mogelijkheid is dat we een demonstratie bij een vrouwencoöperatie in Bokonbaevo organiseren. Vraag ons naar de mogelijkheden.

Son-Kul – Bokonbaevo: 280 km, 5 à 6 uur

Dag 26 Karakol
Niet ver van het dorpje laat je het meer achter je om naar weer een ander bijzonder stuk natuur te rijden: de Skazka Canyon, oftewel de kloof van de Sprookjes, met grillige en bijzonder gekleurde rotsen.

Je keert even terug naar de weg langs het meer en klimt daarna omhoog naar de prachtige vallei van Djeti-Oguz. Alpenweiden, snelstromende riviertjes, dichte bossen en altijd omzoomd door besneeuwde toppen: het is een prachtige plek voor een flinke wandeling.

Karakol is een oude Russische nederzetting, met oude, houten huizen langs brede, stille straten. Je hebt hier een volle dag. Deze kun je gebruiken om even bij te komen van de reis of om het stadje en de omgeving te verkennen. Bezoek zeker de Russisch-orthodoxe kerk, een mooi en sfeervol houten gebouw. Niet ver buiten Karakol ligt het boeiende museum van Przewalski, een van de grote Russische ontdekkingsreizigers.
Als je wat meer te weten wilt komen van de cultuur van de Dungan’s is een korte kookcursus een leuk idee. Bij een lokale familie leer je in een uur de traditionele lagman maken, een heerlijke soep van dikke noedels. Je kunt dit voor vertrek via Blini boeken.

Bokonbaeavo – Karakol: 170 km, 4,5 uur

Dag 27-28 Charyn, Altyn Emel
Vandaag steek je de grens over naar de vijfde van de Stannen: Kazachstan. Je bent hier nog steeds in het het Tien-Shan gebergte. De 80 kilometer lange Charyn-kloof is Kazachstans Grand Canyon. De rivier stroomt tussen steile rotswanden. Op de weinige stukken vlakke oever groeien bomen en struiken en het frisse groen contrasteert prachtig met de rood-grijze rotsen. De Vallei der Kastelen is het indrukwekkendst deel van de kloof.

Altyn Emel is het laatste natuurgebied van de rondreis. Je trekt een volle dag met de jeep door de verschillende landschappen van het gebied. Midden in de lege steppe liggen indrukwekkende zandduinen, 1,5 kilometer lang en 120 meter hoog. Bij westenwind begint het zand te stuiven en klinken de zoemende tonen van verschillende hoogten, vandaar de naam ‘Singing Dunes’. De Aktau- en Katutau-heuvels vormen weer een heel ander deel van Altyn Emel. Door de rotsige bergen lopen banden van rood, wit en oranje gesteente, wat een prachtig effect geeft. Je verkent het park met een UAZ-wagen, een speciale jeep voor zwaar terrein.

Karakol – Altyn Emel: 360 km, 5,5 uur

Dag 29 Almaty
Na een laatste autorit bereik je de oude hoofdstad van Kazakhstan: Almaty, wellicht beter bekend als Alma-Ata. Hoewel het de status van hoofdstad kwijtgeraakt is, is het nog steeds het economische en culturele centrum van het land. De stad telt 2,2 miljoen inwoners.
Almaty is geen oude stad. De geschiedenis begint pas echt in de 19e eeuw als de Russen het lokale fort uitbreiden als basis om de regio te koloniseren. Onder de Sovjets werd Almaty de hoofdstad van de Sovjetrepubliek Kazachstan. De stad kreeg een enorme boost toen de Sovjets in de Tweede Wereldoorlog tientallen industrieën vanuit het westen overplaatsten, ver buiten het bereik van de Duitsers.

Het hart van Almaty wordt gevormd door het grote Panfilov-park. Wandel hier zeker langs het indrukwekkende monument voor de Grote Vaderlandse Oorlog (onze Tweede Wereldoorlog). En natuurlijk moet je gaan kijken bij de kleurige Zenkov kathedraal, een van de grootste houten gebouwen ter wereld. Het nationale museum is wellicht niet zo goed als dat van Astana maar het is zeker de moeite waard. Het is verder prettig om gewoon wat rond te wandelen over de brede lanen in het centrum.

Direct boven de stad ligt de Medeo-schaatsbaan, wat oudere reizigers en sportliefhebbers herinneren zich ongetwijfeld de tijd dat hier regelmatig wereldrecords werden gereden. De schaatsers profiteerden van de hoge ligging op 1691 meter. Vanaf de bergkom waar de schaatsbaan ligt, heb je bijzonder zicht op de laaggelegen stad en de steppes in de verte. Als je vanaf de baan verder de bergen in rijdt kom je al snel bij het populaire skigebied van Almaty.

Altyn Emel – Almaty: 257 km, 3,5 uur

Dag 30 thuisreis
Je vliegt vanaf Almaty terug naar huis.

Top