De weg naar Ladakh (15 dgn)
Een spectaculaire tocht door de bergen naar het oude koninkrijk Ladakh.
Reistype: individuele reis
Reisduur: 15 dagen
Beste reistijd: mei t/m oktober
Prijs vanaf: € 1675,- (uitgebreide prijsinformatie).
Praktische reisinformatie en achtergronden: India.
Meer informatie of een reis op maat? Wij maken graag een offerte!
Bel (030-3040031) of mail (info@blinireizen.nl) ons, of klik op de offerte-knop hieronder.
uitgebreide reisbeschrijving
Dag 1 Delhi
Je vliegt naar Delhi. Als je in de avond aankomt, word je opgewacht en naar je hotel gebracht.
Dag 2 Amritsar
Je reist per trein naar Amritsar. Een treinreis door India is altijd een bijzondere ervaring. De opgewonden drukte op de stations, de lange treinen die na een soms dagenlange tocht het station binnenrollen, Indiërs uit alle delen van het land en uit alle lagen van de bevolking die zich bepakt en bezakt over de perrons haasten. Bovendien zie je vanuit de trein de steden, de dorpen en het landschap op een andere, meer ontspannen manier dan vanaf de weg.
Amritsar ligt in de Punjab en is het centrum van de Sikh-godsdienst. In het hart van de stad staat de Gouden Tempel, de heiligste tempel van de Sikhs. Het is een prachtig gebouw en het is bijzonder je tussen de vele pelgrims te mengen die de tempel dagelijks bezoeken.
Dag 3 Dharamsala
Vandaag begint je tocht naar Ladakh pas echt. Je verlaat Amritsar per auto met chauffeur. Dit is een comfortabele en flexibele manier van reizen. Je kunt zelf bepalen wanneer je op pad gaat en stoppen waar je wilt.
Je rijdt over de vlakte van Noord-India naar het noorden. Bij helder weer zie je daar de bergen voor je opdoemen. Door groene dalen en kleine dorpjes stijg je langzaam naar Dharamsala. Deze plaats is bekend als de zetel van de Dalai Lama, die lang geleden over de Himalaya wegvluchtte uit Tibet. De Dalai Lama en de vele Tibetanen die hem zijn gevolgd wonen eigenlijk in McLeod Ganj, dat boven Dharamsala ligt. Hier ligt ook je hotel, op 1700 meter hoogte, en dus heerlijk koel na de soms warme vlaktes van Delhi en Amritsar.
Rijden Armitsar – Dharamsala: 180 km – 6 uur
Dag 4-5 Manali
Je vervolgt je tocht langs de voet van de bergen naar het oosten. Na enige tijd draai je de Kullu-vallei in. Terwijl je steeds dieper de bergen in rijdt wordt de vallei smaller en smaller. De laatste grote nederzetting is Manali, een van de laatsten in de vallei. Manali, dat op 2050 meter hoogte ligt, is populair bij buitenlandse én Indiase reizigers. Gek is dat niet: de omliggende bergen zijn prachtig, de lucht is helder en koel en in de directe omgeving liggen tempels en kloosters.
Je slaapt twee nachten in Manali. Niet alleen om te genieten van de omgeving en even bij te komen van het eerste deel van de reis, maar ook je lichaam te laten wennen aan de hoogte: vanaf Manali reis je echt de Himalaya binnen.
Rijden Dharamsala – Manali: 200 km – 7 uur
Dag 6 Jispa
Je laat de bewoonde wereld achter en trekt verder de Himalaya in. De weg zigzagt via haarspeldbochten omhoog, eerst door de bossen en later over rotsige hellingen. Langzaam klim je naar de eerste en laagste pas van je tocht naar Ladakh: de 3980 meter hoge Rohtang La-pas.
Aan de andere kant van de pas daal je af naar de Lahaul-vallei. Deze vallei is grote delen van het jaar afgesloten van de rest van India, als de bergpassen zijn dichtgesneeuwd. De bewoners zijn boeddhisten.
Je komt door Keylong, met 15.000 inwoners de grootste plaats van de vallei en rijdt verder naar het noorden. In de vallei liggen verschillende eeuwenoude gompa’s, versterkte kloostercomplexen. Je overnacht op 3200 meter hoogte in het dorpje Jispa.
Rijden Manali – Jispa: 131 km – 5 uur
Dag 7 Sarchu
Het landschap is woest en onherbergzaam. Door de grote hoogte en het harde klimaat is er nauwelijks begroeiing. Een indrukwekkende tocht voert je over de volgende bergpas: de 4883 meter hoge Barlacha La.
Je daalt weer af, maar niet ver. Sarchu is niet meer dan een verzameling tenten waar in de zomer (als de passen sneeuwvrij zijn) reizigers overnachten. Het brede dal is verder onbewoond. Je kampeert deze nacht op 4290 meter hoogte. De voorzieningen zijn beperkt.
Rijden Jispa – Sarchu: 110 km – 4 uur
Dag 8-12 Leh
De laatste dag van je expeditie naar Leh is een dag van superlatieven. De eerste 50 kilometer rijd je nog door de vallei van de Lingti Chu. Je bent dan inmiddels in Ladakh, onderdeel van de deelstaat Jammu & Kashmir. Dan verlaat de weg het dal en slingert zich 20 kilometer lang in spectaculaire haarspeldbochten omhoog naar de Lachlung pas, die 5060 meter hoog is.
Na een afdeling volgt de weg de prachtige Gorges of Pang, om vervolgens te klimmen naar de Morey Vlaktes. Dit is een brede vallei omringd door lage heuvels. Je bent hier ver van de bewoonde en bewoonbare wereld, hoog in de Himalaya. Langzaam klimt het dal naar het hoogste punt van de reis: de Tanglang La op 5328 meter hoogte!
Een lange, afwisselende maar altijd spectaculaire afdaling brengt je naar de vallei van de Indus. Een deel voert je door een ravijn met prachtige gekleurde rotsen. Onderweg passeer je stupa’s en kloosters en weet je dat je je op boeddhistisch terrein bevindt.
Je bent terug in de bewoonde wereld. Het laatste deel van de tocht voel je de Indus. De vlakke stukken langs de rivier steken prachtig groen af tegen de grauwe bergen. Je komt hier eindelijk ook weer door dorpjes en ziet mensen werken op het land en kinderen spelen langs de kant van de weg.
Rijden Sarchu – Leh: 220 km – 8 uur
Leh is de hoofdstad en met 20.000 inwoners ook de grootste stad van Ladakh, het oude koninkrijk dat bestaat uit de bergvallei van de Indus en verschillende zijvalleien. Leh was eeuwenlang een belangrijke handelspost. Hiervandaan trokken karavanen yaks met handelswaar over de bergpassen, naar Tibet, China, India, Kashmir en Centraal-Azië. Ladakh wordt ook wel Klein Tibet genoemd. De bevolking is cultureel en religieus nauw verwant met de Tibetanen.
Je hebt vier volle dagen voor excursie in Ladakh. Op de eerste dag bezoek je het beroemde Stok Palace, aan de rand van Leh zelf. In het oude paleis van de heersers van Ladakh is nu een leuk museum gevestigd.
De volgende dag trek je er verder op uit, naar je Spituk Gompa (een gompa is een versterkt klooster) en Sankar Gompa. Niet ver van Spituk ligt het mooie dorpje Phyang, waar een gompa uit de 16e eeuw staat.
Op dag 11 rijd je naar het oosten. Hier liggen drie gompa’s: Shey, Thiksey en Hemis. Alledrie de gompa’s hebben hun eigen karakter en eigen sfeer. Als je geluk hebt kun je bij Thiksey een ritueel bijwonen. Een groot deel van het plezier van deze excursies is de tocht door de indrukwekkende natuur.
Dag 12 staan er weer drie gompa’s op het programma. De gompa van Lamayuru stamt uit de 10e eeuw en is de oudste van Ladakh. De andere gompas liggen in de dorpen Likir en Alchi. Het is elke keer weer leuk om door de dorpjes te wandelen.
Dag 13-14 Delhi
Je vliegt terug naar Delhi. Omdat je vlucht pas laat in de avond van dag 14 vertrekt heb je nog tijd voor de stad die oude monumenten en drukke bazaars combineert met het moderne India.
