Onbekend Azerbeidzjan (9 dgn)
Verken het onbekende Azerbeidzjan, van modern en rijk Bakoe tot het paleis van de khan van Sheki en vergeten dorpjes diep in de bergen van de Kaukasus. Je reist rond per auto met chauffeur of rijdt zelf en maakt onderweg kennis met de verschillende gezichten van dit Kaukasus-land.
Deze reis is goed te combineren met onze reizen door de andere Kaukasus-landen, Georgië en Armenië
Let op: de genoemde rijtijden zijn indicatief en zonder dat er rekening is gehouden met drukte, stops onderweg, parkeren, etc.
Reistype: individuele reis
Reisduur: 9 dagen
Beste reistijd: april t/m oktober
Prijs vanaf € 525,- op basis van self-drive, of vanaf € 1075,- op basis van auto met chauffeur (uitgebreide prijsinformatie).
Praktische reisinformatie en achtergronden: Azerbeidzjan.
Meer informatie of een reis op maat? Wij maken graag een offerte!
Bel (030-3040031) of mail (info@blinireizen.nl) ons, of klik op de offerte-knop hieronder.
uitgebreide reisbeschrijving
Dag 1-2 Bakoe
Je vliegt naar Bakoe. Bij aankomst word je opgewacht en naar je hotel gebracht.
Wandel door de stad en je ziet alle fases uit een lange geschiedenis voorbijkomen. Bakoe was eeuwenlang een kleine en stoffige halteplaats op de handelsroutes die oost en west met elkaar verbonden. Het leven speelde zich af in de sfeervolle ommuurde binnenstad, die nu een plekje heeft gekregen op de Werelderfgoedlijst. Smalle steegjes voeren langs oude moskeeën en koopmanshuizen naar het paleismuseum van de Shirvansha’s, de lokale heersers. Het belangrijkste monument is de Maagdentoren, die al acht eeuwen lang hoog en massief aan de rand van de oude stad staat.
Het leven in Bakoe veranderde totaal met de Oil Boom aan het einde van de 19e eeuw. Mensen werden letterlijk miljonair door in hun tuintje een spade in de grond te steken. De stad ontwikkelde zich razendsnel. In 1910 werd meer dan de helft van de wereldolieproductie in en rond Bakoe gewonnen. Buitenlanders stroomden toe. Daaronder bijvoorbeeld ook de gebroeders Nobel, die hier het geld verdienden dat nu als Nobelprijs wordt uitgekeerd. Oliemiljonairs lieten prachtige huizen bouwen in de nieuwe wijken van de stad.
Bakoe profiteert nu van een nieuwe oliehausse. Met de onafhankelijkheid en de hoge olieprijzen stroomt het geld weer binnen. Overal wordt gebouwd, het ene gebouw nog hoger en protseriger dan het andere. Gelukkig wordt ook geld gestoken in de publieke ruimte. Vooral de lange boulevard is prachtig, overdag en ’s avonds een populaire plek voor zowel jong als oud.
Dag 3 Shamakhi, Lahij, Gabala
Op dag 3 begint je rondreis door Azerbeidzjan. Als je gekozen hebt voor een self-drive haal je de auto in de ochtend op in het centrum. Als je op weg gaat met een auto met chauffeur pikt deze je op bij het hotel.
Je rijdt naar het westen, over de centrale vlakte van Azerbeidzjan. De eerste stop is het mausoleum van Diri Baba in het dorpje Maraza. De tombe van de sjeik ligt in een mooie kloof en is een belangrijk pelgrimsoord. Een lange, steile trap leidt naar het heiligdom.
De provinciestad Shamakhi was lang een belangrijke handelsplaats op de Zijderoute en een buitenpost van het Perzische rijk. Op het eerste gezicht merk je hier niets van als je de straten van het stadje binnenrijdt. Een lange serie aardbevingen heeft vrijwel alle oude gebouwen vernietigd. Je stopt bij de Juma-moskee, de op-een-na oudste van de Kaukasus. De moskee werd gebouwd op een oude vuurtempel van de Perzische zoroasters.
De volgende halte is het traditionele bergdorp Lahij. Dit ligt op de plek waar al sinds de 5e eeuw voor Christus een nederzetting is. Het werd ooit gesticht door Perzen en het lokale dialect kent nog steeds woorden die uit het Farsi komen. Het dorp staat vooral bekend om de handwerkslieden die op eeuwenoude wijze koper bewerken. (NB: vóór mei en na september is het mogelijk dat de bergweg naar het dorp onbegaanbaar is)
Je overnacht in Gabala (of Qäbälä). Zoals met veel plaatsen in de Kaukasus gaat de geschiedenis van de oude stad duizenden jaren terug. Gabala is nu een rustige en prettige regionale hoofdstad met maar 12.000 inwoners.
Bakoe – Shamakhi – Lahij – Gabala: 250 km, 4,5 uur
Dag 4 Nij, Sheki
Net als de vorige dag rijd je naar het westen, met de bergen van de Kaukasus aan de rechterhand en de vlaktes van Azerbeidzjan aan de linker.
Het dorpje Nij werd al genoemd door Ptolemaeus, het is nu een van de weinige plaatsen waar nog Udi wonen. Dit christelijke volk dat een eigen taal spreekt, was 2000 jaar geleden een belangrijke machtsfactor in de Kaukasus. Er zijn nu nog 10.000 Udi over, wonend in Azerbeidzjan en Rusland.
De eindbestemming van vandaag is Sheki. Dit stadje ligt aan de voet van de Kaukasus, bij helder weer heb je goed zicht op de bergpieken.
Sheki was de hoofdstad van een zelfstandig kanaat dat op een belangrijke kruising van handelswegen lag, tussen de route van Bakoe naar Tbilisi en de passen over de Kaukasus naar Dagestan. Vanaf 1805 maakte Sheki deel uit van het Russische Rijk.
Je bezoekt hier in ieder geval het paleis van de khan van Sheki. Het werd gebouwd aan het einde van de 18e eeuw, nadat het oude Sheki door een overstroming was verwoest. Het paleis geeft een goede indruk van het leven van de vroegere heersers van dit deel van de Kaukasus.
Het is leuk om de middag rond te wandelen over de bazaar en door de omringende straatjes.
Gabala – Nij – Sheki: 100 km, 2 uur
Dag 5 Kish, Helenendorf, Ganja
In de ochtend rijd je verder de bergen in, naar het dorpje Kish. Hier staat een oude kerk waarvan de legendes zeggen dat het is gebouwd in het jaar 78. Hoewel het vrijwel zeker is dat gebouw zelf pas uit de 10e eeuw stamt, lijkt het ook zeker dat hier al in de 1e eeuw een christelijk heiligdom was gevestigd.
Je laat de noordelijke Kaukasus even achter je en zet koers naar het zuiden. Voor je uit verrijzen al snel de toppen van de bergrug die de zuidelijke Kaukasus vormt. In de groene heuvels ligt hier het dorpje Goygol. Al snel merk je dat hier een andere sfeer hangt dan in de andere Azeri-dorpen. Goygol heette vroeger Helenendorf en is gesticht door Duitse kolonisten die in 1819 op uitnodiging van tsaar Alexander kwamen. Uit die tijd stamt onder meer nog de Duitse kerk. De Duitse bevolking werd in 1942 door Stalin gedeporteerd naar Kazachstan.
Je overnacht in Ganja, met 300.000 inwoners de tweede stad van Azerbeidzjan. De bloeiperiode van Ganja lag in de 12e en 13 eeuw en kwam ten einde na invallen van achtereenvolgens de Oezbeekse heerser Jalaladdin, de Mongolen en uiteindelijk de veroveraar Timur Lenk. In later eeuwen was de stad eerst een belangrijk Perzisch centrum en vanaf 1804 onderdeel van tsaristisch Rusland.
Het centrale plein van Ganja is een must. Het is leuk hier aan het einde van een mooie dag mensen te kijken en het plein is ’s avonds sfeervol verlicht. Let zeker ook op de stalinistische architectuur van de omliggende gebouwen, een mooie herinnering aan de Sovjetperiode. Het is de moeite waard een kijkje te nemen in de Abbas moskee. Een bezienswaardigheid van een totaal andere orde is het bijzondere flessenhuis, een bestaand huis versierd met 48.000 flessen.
Een bijzonder weetje voor reizigers die doorreizen naar Georgië: de beroemde King David-poort van het Gelati-klooster, een Unesco-monument bij Kutaisi, werd gebouwd met stenen die Georgiërs roofden uit Ganja.
Sheki – Kish – Helenendorf – Ganja: 185 km, 3 uur
Dag 6 Gobustan, Bakoe
Niet ver buiten Ganja ligt het mausoleum van de Nijami Ganjavi. In de 12 eeuw geboren in Ganja wordt Nijami beschouwd als een van de grootste dichters van Perzië. Het mausoleum is niet oud maar desalniettemin een leuke stop.
Tijd om terug te keren naar de kust van de Kaspische zee en Bakoe. Ten zuiden van de stad liggen bij het plaatsje Gobustan twee bijzondere bezienswaardigheden die je niet mag overslaan. In een desolaat maanlandschap zijn daar allereerst de moddervulkanen. Verwacht geen spectaculaire uitbarstingen maar grote modderpoelen die door gassen borrelen en waar regelmatig grote klodders modder de lucht in spatten. De modder is dik en olieachtig en niet heet en dus gewoon aan te raken. Bijzonder feitje: bijna de helft van alle moddervulkanen ter wereld is in Azerbeidzjan te vinden.
Het Unesco-monument van Gobustan heeft niets met de borrelende modder te maken maar alles met de 6.000 rotstekeningen die de afgelopen 40.000 jaar zijn achtergelaten. Je ziet mensen varen in rieten boten, jagen op antilopen en stieren en rituele dansen uitvoeren. Een recente maar bijzondere toevoeging is de 2.000 jaar oude graffiti van een Romeinse soldaat: de meest oostelijke tekst in het Romeins.
In de middag kom je terug in de drukte van Bakoe.
Ganja – Gobustan – Bakoe: 375 km, 5 uur
Dag 7 Khinaliq, Guba
Na een nacht in de hoofdstad ga je direct weer op pad. Ditmaal zet je koers naar het noorden. Vanaf het stadje Guba rijd je echt de bergen in. Dat deze rit 1,5 uur duurt, zegt iets over de weg die door de bergen kronkelt. (Als je een self-drive maakt niet zeker bent van het rijden door de bergen kunnen we voor dit stuk een jeep met chauffeur regelen.)
Het doel is Khinaliq, een dorpje op 2.350 meter hoogte in de Kaukasus. De uitzichten over de omliggende bergen zijn indrukwekkend. Het dorpje bestaat grotendeels uit eenvoudige traditionele huizen en telt niet meer dan zo’n 1.000 inwoners. Maar met een bewoning die 5.000 jaar teruggaat is het een van de oudste continue bewoonde plekken ter wereld. Door de geïsoleerde ligging in de bergen trokken invallende legers vaak voorbij en hebben de bewoners hun oude gebruiken deels weten te bewaren. Je ziet dit bijvoorbeeld terug in de kleding van de vrouwen. De mensen behoren tot een van de 26 stammen die de Kaukasus vroeger bewoonden en in de oudheid werden genoemd door de geograaf Strabo.
Je overnacht in het stadje Guba. Neem de tijd om wat rond te wandelen en kijk bijvoorbeeld even op het oude kerkhof.
Bakoe – Khinaliq – Guba: 270 km, 5,5 uur
Dag 8 Absharon, Bakoe
Dit wordt de laatste dag van je ontdekkingstocht. Je rijdt terug naar Bakoe maar voordat je de stad zelf ingaat verken je het schiereiland Absharon. Hier vind je allereerst Yanardag, oftwel ‘brandende berg’, waar al eeuwenlang vlammen uit een helling slaan. Het is brandend gas dat opborrelt uit de bodem.
Wat verderop kom je bij Ateshgah, een ommuurd heiligdom. Deze vuurtempel was eeuwenlang een pelgrimsplek voor zoroasters, hindoes en sikhs.
Als je terugrijdt naar Bakoe kom je langs enkele van de oudste olievelden van de stad. Op oliezwarte velden staan roestige jaknikkers. Het herinnert aan de oorsprong van de rijkdom van Bakoe en wijst tegelijk op de ecologische ellende die hiermee gepaard gaat.
Guba – Absharon – Bakoe: 285 km, 4,5 uur
Dag 9 thuisreis
Je rondreis door Azerbeidzjan zit er helaas op. Je vliegt terug naar huis.
De foto’s hieronder zijn gemaakt door Job & Joke, als sinds jaren terugkerende en enthousiaste Blini-reizigers.