Pamir Highway (16 dagen)
Een ontdekkingstocht door een van de mooiste en meest ongerepte gebieden ter wereld: het Pamir-gebergte. Verken met deze individuele rondreis door Tadzjikistan de adembenemende en indrukwekkende natuur van ‘het Dak van de Wereld’. Je volgt het spoor van oude karavanen en ervaart onderweg de cultuur en gastvrijheid van de Pamiri.
Hoogtepunten:
• Spectaculaire bergen van de Pamirs
• Verlaat de gebaande paden
• Cultuur en gastvrijheid van de Pamiri
Je volgt in 16 dagen de Pamir Highway, van Dushanbe via de bergdalen en hoogvlaktes Pamirs naar Osh en Tasjkent. Tijdens deze tocht reis je per jeep met chauffeur.
Buiten de steden overnacht je afwisselend in hotels, bij lokale families of in yurts. Dit is een prachtige manier om het land en de gastvrije bevolking beter te leren kennen. Maar sanitair en andere voorzieningen zijn soms eenvoudig.
Een deel van de reis langs de Pamir Highway voert over grote hoogte. Je passeert bergpassen tot wel 4.600 meter en slaapt ook enkele nachten boven de 3000 meter. De reis is echter zo opgebouwd dat je kunt wennen aan de hoogte. De ervaring van de afgelopen 14 jaar leert dat onze reizigers zelden last krijgen van hoogteziekte. Als dit al gebeurt, gaat het vrijwel altijd om lichte hoofdpijn en misselijkheid die na een nachtje weer is verdwenen. In het uitzonderlijke geval dat de klachten niet verdwijnen wordt doorgereden naar lager gelegen gebied, zodat de oorzaak van de problemen wordt weggenomen.
In de reis zijn verschillende dagwandelingen opgenomen. Deze zijn niet al te lang en technisch niet moeilijk. Het is altijd mogelijk om in overleg met de gids het programma aan te passen en de wandeling in te korten of te schrappen.
Deze reis kan op tal van manieren worden uitgebreid en aangepast:
• Dompel je onder in de cultuur en geschiedenis van de Oezbeekse Zijderoute-steden Khiva, Bukhara en Samarkand.
• Dring door tot het hart van de prachtige Fann Mountains met een meerdaagse trektocht.
• Reis vanaf Osh verder Kirgizië in.
• Neem onderweg meer tijd voor de Pamirs: bezoek de weekmarkt in Ishkashim, steek te voet de Gumbezdikol-pas over of slaap een extra nacht bij de nomadische herders bij Zor-Kul.
Let op: de hieronder genoemde rijtijden zijn indicatief en zonder dat er rekening is gehouden met stops onderweg en eventueel omrijden i.v.m. slechte conditie van de wegen.
Reistype: individuele reis
Reisduur: 16 dagen
Beste reistijd: mei t/m oktober
Prijs vanaf: € 3290,- (uitgebreide prijsinformatie)
Praktische reisinformatie en achtergronden: Tadzjikistan.
Meer informatie of een reis op maat? Wij maken graag een offerte!
Bel (030-3040031) of mail (info@blinireizen.nl) ons, of klik op de offerte-knop hieronder.
uitgebreide reisbeschrijving
Dag 1-2 Dushanbe
Je vertrekt aan het eind van de middag en komt diezelfde nacht aan in Dushanbe, de hoofdstad van Tadzjikistan. De tweede dag heb je tijd om de stad te verkennen.
Dushanbe ligt op 800 meter hoogte in het westen van het land en is wellicht de prettigste hoofdstad van Centraal-Azië. Hart van de stad is de Rudaki Avenue die wordt omzoomd door schaduwgevende bomen en stalinistische gebouwen. In het centrale park toont het gouden standbeeld van Rudaki het nieuwe zelfbewustzijn van het onafhankelijke Tadzjikistan.
Het straatbeeld weerspiegelt de verschillende kanten van de stad en het land. Roestige Lada’s en fonkelende Mercedessen; Tadzjiekse vrouwen met kleurrijke jurken en hoofddoekjes en etnische Russen in spijkerbroek; een in traditionele stijl gebouwd theehuis waar ijskoud bier wordt geschonken. Gecombineerd met de ontspannen sfeer is Dushanbe een leuke stad om kennis te maken met het land.
Dag 3 Kalaikhumb
Vandaag start het eerste deel van de reis. Je reist per jeep met een chauffeur die meestal redelijk Engels spreekt, in ieder geval voldoende voor het maken van eenvoudige afspraken. Je trekt de bergen in, het is goed je te realiseren dat de voorzieningen onderweg beperkt zijn.
De eerste etappe is 360 kilometer lang maar verveelt geen moment. Het eerste deel van de reis voert door het relatief vlakke zuiden van Tadzjikistan. Kulob is met 100.000 inwoners de grootste stad onderweg, de geschiedenis gaat terug tot voor Christus.
Niet veel later duik je echt de bergen in. Je bereikt de Panj-rivier die de grens met Afghanistan vormt. Je komt aan in het dorp Kalaikhumb waar je overnacht in het enige hotel.
Dushanbe – Kalaikhumb: 360 km, 7 uur
Dag 4-5 Vanj-vallei
De komende week zul je de Panj-vallei volgen, waarbij je twee keer de hoofdweg verlaat om via een zijdal diep de bergen in te rijden: de eerste keer ga je de Vanj-vallei in, de tweede keer de Bartang-vallei.
Deze week zal je keer op keer opvallen hoe groot het verschil in ontwikkeling is tussen de Tadzjiekse en de Afghaanse kant van de grens: aan ‘onze’ kant een asfaltweg, aan de andere kant een ezelpad. Aan ‘onze’ kant elektriciteit, aan de andere kant duisternis.
De Panj-vallei is smal en de berghellingen steil. Op de plekken waar het dal breder wordt en vlak terrein de ruimte voor landbouw biedt, kom je door kleine dorpen waar mannen en vrouwen op het land werken en kinderen vrolijk zwaaien naar de jeep. Regelmatig passeer je grote kuddes schapen en geiten, afhankelijk van het seizoen op weg naar hoger gelegen weiden of juist weer naar de beschutting van de dalen.
De eerste stop is al net buiten Kalaikhumb. Op een heuvel hoog boven het dal ligt Karon Castle. De plek wordt enthousiast “het Machu Picchu van Tadzjikistan” genoemd, vanwege de indrukwekkende ligging en vanwege het feit dat de uitgestrekte resten van de stad pas in 2012 werden teruggevonden. De plek moet al in 2000 voor Christus bewoond zijn geweest, de laatste bewijzen dat hier mensen woonden dateren van 1500 na Christus.
De eerste serieuze zijvallei is die van de Vanj. Dit is een van de meest brede en toegankelijke zijdalen van de Panj. In het dal liggen ook weer verschillende vriendelijke dorpen en de ruïnes van enkele oude forten. Het dorpje Poi Mazar ligt vrijwel aan het einde van het dal. Het ligt in de schaduw van een bergmassief waarvan de Revolutie Piek tot 6974 meter hoogte reikt. Je slaapt hier twee nachten in een homestay.
Kalaikhumb – Vanj-vallei (Poi Mazar): 180 km, 5 uur
Op dag 5 verken je de vallei. Dat kan te voet, met je chauffeur of een lokale gids. Of, als je liever niet teveel wandelt, met de jeep. Je komt door dorpjes, langs akkers en snelstromende riviertjes en hebt altijd zicht op de imponerende bergtoppen.
Afhankelijk van de staat van de weg is het mogelijk per jeep het einde van de Vanj-vallei te bereiken. Hiervandaan kun je te voet verder, met een adembenemend zicht op de omringende pieken en gletsjers. Een van deze gletsjers is de Fedchenko-gletsjer, met 70 km de langste buiten de poolgebieden.
NB: enige tijd geleden is in de Vanj-vallei een brug weggespoeld. Dit maakt de hoger gelegen delen van de vallei onbereikbaar. Het is niet zeker wanneer de brug is hersteld.
Dag 6-7 Bartang-vallei
Vandaag is weer een reisdag. Je keert op je gemak terug naar de vallei van de Panj en rijdt verder naar het zuiden. Het volgende zijdal is de Bartang-vallei. Het is een nauw dal met steile wanden dat na iedere bocht verrast met weer een ander landschap. Tot ver in de 20e eeuw was deze vallei nauwelijks toegankelijk. Op sommige plaatsen moesten reizigers via ladders en in manden verticale rotswanden boven de snelstromende rivier passeren. Het oversteken van de rivier zelf gebeurde op opgeblazen geitenvellen.
Je overnacht in Geisev, een klein dorp in de Panj.
Vanj-vallei (Poi Mazar) – Bartang-vallei: 225 km, 6 uur
De volgende dag trek je te voet de Geisev-vallei in voor een wandeling van 5 uur (3 uur naar boven, 2 naar beneden). Deze voert langzaam verder de bergen in, langs de groene akkers, een snelstromende rivier en prachtige blauwe meertjes. Onderweg ontmoet je de lokale bevolking, altijd oprecht blij vreemdelingen te begroeten. Je bent de hele dag midden in een van de mooiste landschappen van de Pamir’s.
Die avond slaap je weer in de zelfde eenvoudige homestay.
Dag 8 Khorog
Je verlaat de Bartang en rijdt weer langs de Panj verder naar het zuiden. Hier ligt het stadje Khorog, hoofdstad van de provincie GBAO (Gorno-Badakshan Autonome Oblast) en met 30.000 inwoners de grootste plaats van de regio. Door de strategische ligging op de grens met Afghanistan was Khorog in het Sovjettijdperk een belangrijke plaats. Maar tegenwoordig is dit gebied een van de minst ontwikkelde delen van het land, en draagt de Aga Khan Foundation het grootste deel bij aan de lokale economie.
In Khorog is een botanische tuin gehuisvest (de op een na hoogste van de wereld op 2320 meter) en zeker voor plantenliefhebbers de moeite waard. Op zaterdag is hier een drukke markt waar ook veel Afghanen van de andere kant van de rivier op af komen. Je bent hier dus weer even terug in de bewoonde wereld, met winkeltjes, theehuizen en restaurants. En je slaapt weer in een echt hotel.
Bartang-vallei – Khorog: 90 km, 2-3 uur
Dag 9 Wakhan-vallei: Ishkashim
Je vervolgt je weg door het dal naar het zuiden. Een half uur buiten Khorog zie je aan de linkerkant hoog op de hellingen Koh-i-lal, een robijnmijn die al door Marco Polo werd beschreven.
Niet veel verder bereik je het marktstadje Iskhashim, waar net als bij Khorog een brug Tadzjikistan en Afghanistan verbindt. Op zaterdagen vindt hier op een eiland in de rivier een markt plaats waar ook veel Afghanen van de andere kant van de rivier op af komen. Het is normaal gesproken mogelijk de markt te bezoeken. NB: het komt voor dat de Tadzjiekse grenswachten buitenlanders tegenhouden.
Je bent nu in de Wakhan-vallei, een van de boeiendste stukken van de reis. In de lange, brede vallei liggen tal van dorpjes, ruïnes van forten, kleine heiligdommen en populaire warme baden. Naar het zuiden heb je prachtig zicht op de 7000 meter hoge toppen van de Hindu-kush die de grens tussen Afghanistan en Pakistan vormen. De vallei zelf ligt op circa 2400 meter hoogte.
Na Ishkashim kom je al snel bij de ruïnes van een groot fort, dat prachtig is gelegen, met weids uitzicht over de Wakhan-vallei. Het oudste deel van het fort zou stammen uit de 2e eeuw voor Christus. Niet veel verder ligt het dorp Yamchun. Boven het dorp liggen de restanten van een vuurtempel en, wellicht interessanter, de warme bronnen van Bibi Fatima. Gebruik de gelegenheid om je om te kleden en je onder te dompelen in het warme water tussen de locals.
In het dorp Yamg staat een sympathiek museumpje ter ere van de lokale wetenschapper Sufi Vakhoni, die rond 1900 leefde. Het is gevestigd in een mooi traditioneel huis en vertelt het nodige over de Pamir cultuur.
Je overnacht in een eenvoudige homestay in Yamg.
Khorog – Yamg: 200 km, 5 uur
Dag 10 Wakhan-vallei: Langar
Een volgende stop is in het dorp Vrang, waar de ruïnes van een stupa herinneren aan de tijden dat boeddhistische reizigers door de Wakhan trokken.
Aan het einde van de Wakhan-vallei kom je bij de plek waar twee rivieren, de Pamir en de Wachan, samenkomen om als Panj verder gaan. De samenvloeiing wordt bewaakt door het indrukwekkende fort van Langar. Je overnacht in het gelijknamige dorpje.
Vanaf Langar kan je met je chauffeur een mooie wandeling maken.
Yamg – Langar: 100 km, 3 uur
Dag 11 Zor-Kul, Kara Jylga
Na de natuurpracht van de valleien van de Panj, Vanj, Bartang en Wakhan verandert het landschap vandaag. Het wordt er echter zeker niet minder mooi op. Je laat de Afghaanse grens en even later ook de rivier achter je en rijdt de bergen in. Langzaam klim je naar de 4300 meter hoge Kargush-pas. Het landschap wordt leger en desolater.
Via de pas bereik je de hoogvlakte van de Pamir’s die zich op 4000 meter hoogte uitstrekt. Hier kom je ook weer bij de echte Pamir Highway, die je bij Khorog hebt verlaten. Je volgt de asfaltweg naar het oosten. Regelmatig passeren hier konvooien Chinese vrachtwagens die bewijzen dat de Zijderoute nog steeds springlevend is.
Je passeert twee dorpjes die niet al teveel voorstellen. Dan verlaat je de asfaltweg om over de hoogvlakte naar het zuiden te rijden. Je trekt nog verder de bergen in, naar een gebied dat de Kleine Pamir genoemd wordt en tegen de Afghaanse grens ligt. Het is een onherbergzaam gebied waar weinig meer groeit dan grassen en lage struiken. De lucht is helder en de vergezichten op de bergen en over de vlaktes imposant. Je zit hier boven de 4000 meter hoogte.
Midden in de leegte ligt Kara Jylga, een hooggelegen bergweide, waar in de zomer Kirgizische nomaden leven. Ze slapen in hun traditionele yurten (grote vilten tenten) en hoeden hun kuddes yaks. Je overnacht in zo’n yurt, en dat is een bijzondere ervaring. Hoewel ’s nachts de temperatuur regelmatig tot onder het vriespunt daalt, is het in de yurt altijd heerlijk warm. Er zijn matten, stapels dekens en een kachel die wordt gestookt op de mest van de yaks. De toiletvoorzieningen zijn echter eenvoudig: de wc is buiten en niet meer dan een gat in de grond met daaromheen een schutting. Water, koud en warm, is er alleen in emmers. Je slaapt midden in de lege natuur. Vergeet ’s nachts ook niet naar buiten te gaan om van de sterrenhemel te genieten.
Langar – Kara Jylga: 228 km, 6-7 uur
NB: wanneer de Kirgizische nomaden nog niet met hun kuddes op de hoogvlaktes zijn gearriveerd, overnacht je in een homestay in Jarty Gumbez (240 km, 6-7 uur).
Dag 12 Kok-Jigit, Sary Gorim en Murghab
De dag begint met een tocht over de vlakte van de Kleine Pamir. Je bereikt de oevers van het meer met de naam Zor-Kul. Het ligt op de grens met Afghanistan aan de voet van de bergen en het water is door de ijle lucht en de vrijwel altijd onbewolkte hemel meestal prachtig azuurblauw.
Je bezoekt verder Kok Jigit en, afhankelijk van de tijd, ook Sary Gorim.
Het lijkt alsof je hier aan het einde van de wereld bent. Maar weinig meer dan 100 jaar geleden was deze regio het doel van haastige expedities waarin Russische en Britse ontdekkingsreizigers elkaar probeerden af te troeven. Het was allemaal onderdeel van de “Great Game”, de koude oorlog waarin de twee wereldrijken met elkaar wedijverden over invloed en macht in Centraal-Azië.
Daarna keer je terug naar de Pamir Highway en rijdt naar Murghab, het regionale centrum van de hoogvlaktes van de Pamir’s. Met ruim 7000 inwoners en op 3650 meter hoogte stelt Murghab als stad weinig voor. Toch voelt het na de vele dagen in de leegte van de Pamir’s als de bewoonde wereld. Je slaapt hier in een eenvoudig hotel.
Kara Jylga – Sary Gorim/Kok Jigit – Murghab: 190 km, 5-6 uur
Dag 13 Achyk Tash
Je vervolgt je tocht over de Pamir Highway, deze buigt naar het noorden. Niet ver buiten Murghab staan de restanten van een oude legerpost, uit de tijden dat Russische tsaren de Pamir’s bij hun uitgestrekte rijk voegden.
Je rijdt door een leeg en weids maanlandschap met lage bergen en blauwe meren. De weg stijgt langzaam naar het hoogste punt: de 4655 meter hoge Ak-Baital-pas. Hierna daal je af naar het grote Karakul-meer. Door de hoogte en het klimaat is er in dit meer geen leven.
Een volgende klim brengt je naar de 4336 meter hoge Kyzyl-Art pas. Hier ligt de grens tussen Tadzjikistan en Kirgizië. NB: Omdat de lokale chauffeurs de grenzen niet over mogen steken, wissel je hier van chauffeur. Het is mogelijk dat je daarbij een stuk moet lopen.
Na de grens daal je af naar het plaatsje Sary Tash, dat weinig meer dan een kruising is: de weg naar rechts voert naar China, jij neemt de weg naar links. Deze brengt je naar Achik-Tash, het base camp voor de machtige Lenin Peak, met 7134 de hoogste berg van de voormalige Sovjet-Unie. Rond het base camp liggen verschillende bergmeren. Aan het einde van de zomer heeft de kracht van de zon het water zo verwarmd dat je hier aangenaam kunt zwemmen.
Murghab – Achyk Tash: 250 km, 5 uur
Dag 14 Osh
Je keer terug naar de Pamir Highway en beklimt een laatste spectaculaire pas (de Taldyk-pas van 3615 meter). Aan de andere kant ligt de uitgestrekte Fergana-vallei, die is verdeeld tussen Oezbekistan, Kirgizië en Tadzjikistan. Dichtbij de Oezbeekse grens ligt Osh, een van de oudste steden ter wereld. Van die rijke geschiedenis is niet veel bewaard gebleven, maar op de kleurrijke markt krijg je nog een idee van het verleden als handelspost langs de zijderoute.
Achyk Tash – Osh: 215 km, 5 uur
Dag 15 Tasjkent
Dit wordt de laatste reisdag van je ontdekkingstocht door het hart van Centraal-Azië. Je chauffeur rijdt je naar de grens met Oezbekistan. Aan de andere kant staat een Oezbeekse collega op je te wachten om je naar het station van de stad Andijan te rijden. Hiervandaan reis je in ruim 4 uur per trein naar Tasjkent, de hoofdstad van Oezbekistan.
Tasjkent is de hoofdstad van de jonge maar zelfbewuste republiek Oezbekistan. In het centrum voeren brede lanen langs grote goudkleurige monumenten en indrukwekkende gebouwen. De stad moet trots uitstralen en de nationale identiteit benadrukken.
Wie echter iets verder kijkt, ontdekt al snel het Sovjetkarakter van de stad. Bijvoorbeeld in de kleding en de houding van een deel van de bewoners en in de typische woonblokken. Een groot deel van de bevolking is ook nog Russisch, niet alleen een overblijfsel uit de Sovjetperiode, maar ook uit de decennia daarvoor. Toen was Tasjkent de hoofdstad van de Tsaristische provincie Turkestan.
In een verder verleden was de stad een belangrijke post op de handelsroutes tussen oost en west. Van deze periode is echter niet al teveel overgebleven, door het geweld van langstrekkende legers en vooral door een zware aardbeving in 1966. Toch is de sfeer van het oude Tasjkent nog terug te vinden, vooral op en rond Chorsu bazaar, de kleurrijke boerenmarkt.
Twee musea zijn wat Blini betreft de moeite meer dan waard: het museum van de geschiedenis van Oezbekistan en het museum der kunsten, dat een prachtig overzicht biedt van de kunst die Oezbekistan in de loop van de vele eeuwen heeft voortgebracht.
Osh – Tasjkent: 360 km, 7 uur