Tadzjikistan Compleet

Tadzjikistan Compleet

Uitzicht vanaf de ruïnes van Langar fort

Een bijzondere reis naar het nauwelijks bezochte Tadzjikistan. Door de spectaculaire natuur, de gastvrije bevolking en de herinneringen aan een lange geschiedenis is dit een van onze mooiste en meest indrukwekkende reizen.

Je reist in 25 dagen van Samarkand naar de hoogvlakte van de Kleine Pamirs en weer terug naar Dushanbe. Het is ook mogelijk over de Pamir Highway door te reizen naar Osh, in het westen van Kirgizië. Vanaf daar kan je verder Kirgizië in of terug naar Oezbekistan.

Tijdens deze tocht reis je per 4WD (een Toyota Sequiao of vergelijkbaar) met chauffeur. Buiten de steden overnacht je afwisselend in hotels, bij lokale families of in yurts. Dit is een prachtige manier om het land en de gastvrije bevolking beter te leren kennen. Sanitair en andere voorzieningen zijn eenvoudig. Vrijwel alle maaltijden tijdens de tocht zijn inbegrepen.

Een deel van de reis langs de Pamir Highway voert over grote hoogte. Je passeert bergpassen tot wel 4.600 meter en slaapt ook enkele nachten boven de 3000 meter. De reis is echter zo opgebouwd dat je kunt wennen aan de hoogte. De ervaring van de afgelopen 14 jaar leert dat onze reizigers zelden last krijgen van hoogteziekte. Als dit al gebeurt, gaat het vrijwel altijd om lichte hoofdpijn en misselijkheid die na een nachtje weer is verdwenen. In het uitzonderlijke geval dat de klachten niet verdwijnen wordt doorgereden naar lager gelegen gebied, zodat de oorzaak van de problemen wordt weggenomen.
In de reis zijn verschillende dagwandelingen opgenomen. Deze zijn niet al te lang en technisch niet moeilijk. Het is altijd mogelijk om in overleg met de gids het programma aan te passen en de wandeling in te korten of te schrappen.

Reistype: individuele reis
Reisduur: 25 dagen
Beste reistijd: mei t/m oktober

Prijs vanaf: € 4575,- (uitgebreide prijsinformatie)
Praktische reisinformatie en achtergronden: Tadzjikistan en Oezbekistan.
Meer informatie of een reis op maat? Wij maken graag een offerte!
Bel (030-3040031) of mail (info@blinireizen.nl) ons, of klik op de offerte-knop hieronder.
Offerte aanvraag


uitgebreide reisbeschrijving

Dag 1-3 Samarkand
De reis begint in Samarkand, een van de mooiste steden van Oezbekistan en Centraal-Azië. Als je op de luchthaven aankomt, word je opgewacht en naar je hotel gereden. Veel vluchten komen in midden in de nacht of vroeg in de ochtend aan. Natuurlijk heb je direct bij aankomst beschikking over de hotelkamer. Op dag 2 kun je Samarkand verkennen, eventueel met gids.

Samarkand werd meer dan 2750 jaar geleden door de Perzen gesticht en is daarmee een van de oudste nog bewoonde steden ter wereld. De lange geschiedenis telt tal van tumultueuze momenten. Zo veroverde Alexander de Grote de stad in 329 voor Christus, kwamen in de 13e eeuw de Mongolen langs denderen en maakte de beruchte Timur Lenk Samarkand tot de hoofdstad van een van de grootste rijken aller tijden. En al die eeuwen was de stad een van de belangrijkste steden aan de Zijderoute.

Het Registan vormt het hart van de stad. Aan dit plein liggen drie prachtige madrassas (Koranscholen), met mooi versierde groenblauwe koepels die glinsteren in de zon. Een kwartiertje wandelen verderop ligt een ander hoogtepunt van Samarkand: Sha-i-Zinda. In deze dodenstad liggen de mausolea van tientallen rijke en machtige bewoners van de stad zij aan zij, de een nog mooier dan andere.
Tijdens de wandeling naar de Sha-i-Zinda passeer je de enorme Bibi-Khanym Moskee, die tussen 1399 en 1404 gebouwd werd in opdracht van Timur Lenk, door de vele ambachtslieden die hij van zijn veroveringen meevoerde naar Tasjkent. Dat de moskee wat vervallen is, maakt deze des te sfeervoller.
De grote Timur Lenk zelf ligt begraven in het kleinere, maar nauwelijks minder mooie Gur-e Amir. Volgens de historici zijn tijdens zijn oorlogen meer dan 17 miljoen mensen omgekomen. Kijk naar de tombe en probeer je voor te stellen wat deze veroveraar met zijn legers teweeg heeft gebracht.
Maar vergeet door de vele monumenten vooral niet dat Samarkand een levende stad is. Blini wandelt graag rond op de grote, levendige Siob-bazaar, die naast de Bibi-Khanym ligt. Hier zie je het dagelijkse leven in het huidige Oezbekistan.

Je kunt overwegen het korte verblijf in Oezbekistan uit te breiden met een bezoek aan Bukhara, een van de legendarische steden van de oude zijderoute.

Dag 4 Penjikent, Fann Mountains
Net ten oosten van Samarkand ligt de grens met Tadzjikistan. Twintig jaar lang was deze gesloten, tot verdriet van de lokale bevolking die de eigen familie aan de andere kant nooit meer kon zien. De grens is weer open, een mooie kans om een bezoek aan de karavaansteden te combineren met het bijzondere Tadzjikistan.

Penjikent is nu een provinciestadje, maar de ruïnes buiten de plaats herinneren aan de periode waarin de stad als onderdeel van het Sogdië-rijk een van de belangrijke halteplaatsen op de Zijderoute was. In de achtste eeuw werd de stad verlaten na invallen door de Arabieren. Je kunt het stoffige maar interessante museum van Rudaki, genoemd naar een van de grote Perzische dichters, bezoeken. Het richt zich op de geschiedenis en cultuur van de regio.
Mocht het museum niet je interesse hebben, dan kun je het bezoek aan Penjikent ook overslaan. Laat dat ons dan even weten van te voren.

Je trekt de bergen ten zuiden van Penjikent binnen. Dit zijn de Fann bergen, een prachtig gebied met ongerepte natuur en daarmee populair bij wandelaars en trekkers. Je volgt per jeep een onverharde weg door het nauwe dal van de Shing-rivier. Dit brengt je naar de Zeven Meren, een reeks van meren waarvan het blauw een prachtig contrast vormt met de grijsgrauwe steile berghellingen. Vanaf het zevende meer, Hazorchasma (of Hazor Chasma) kan je een mooie wandeling maken door de indrukwekkende natuur van de Fann bergen. Je wandelt langs het meer verder de bergen in, richting de 3820 meter hoge Hissar-pas die de grens met Oezbekistan vormt. Hoever de wandeling je het steeds smaller wordende dal invoert, kun je zelf bepalen. Na een picknick midden in de natuur wandel je terug naar de jeep. In de namiddag rijd je terug naar Penjikent

Samarkand – Seven Lakes – Penjikent: 210 km, 4 uur

Dag 5-6 Fann Mountains, Artuch
Je neemt de hoofdweg van Penjikent naar Dushanbe maar laat deze al snel weer achter je om opnieuw de bergen in te trekken. Het doel is ditmaal het dorpje Artuch en het wat verder gelegen Artuch base camp. Dit is de uitvalsbasis voor wandeltochten door de omliggende bergen.

Op dag 6 staat er opnieuw een wandeling op het programma. Je wandelt eerst naar het mooi gelegen Chukurak-meer. Vandaar klim je naar de Chukurak-pas, op 3.180 meter hoogte. Het uitzicht hiervandaan op de besneeuwde bergen is magnifiek. Je daalt af naar de prachtig blauwe Kulikalon-meren. Na een picknick wandel je terug naar Artuch.

Er zijn in dit gebied verschillende uitstekende meerdaagse trektochten mogelijk, die eenvoudig zijn in te passen in deze reis. Zie onze website en vraag ons naar de mogelijkheden.

Dag 7-8 Yagnob, Iskanderkul
Je keert terug naar de bewoonde wereld en de Zerafshan-vallei. Hier neem je de weg in de richting van de hoofdstad. Maar de ontdekkingsreis is nog niet ten einde: je laat de asfaltweg alweer achter je om de Yagnob-vallei binnen te rijden.
Hier leven de Yagnobi, een volk dat afstamt van de Sogdische beschaving. Na de inval van de moslims trokken zij zich terug in deze afgelegen en moeilijk bereikbare vallei. Hier wisten zij eeuwenlang hun eigen taal en cultuur te bewaren. Het is een bijzonder gebied dat nog steeds nauwelijks wordt bezocht. Je hebt een volle dag voor de vallei.

Artuch – Yagnob: 160 km, 4 uur

Dag 9 Dushanbe
Je verlaat de vallei en keert terug naar de hoofdweg. Via de Anzob-pas en -tunnel bereik je Dushanbe. De vriendelijke hoofdstad van het land combineert in een ontspannen sfeer Centraal-Azië met het Sovjetverleden. De stad ligt op 800 meter hoogte in het westen van het land en is wellicht de prettigste hoofdstad van Centraal-Azië. Hart van Dushanbe is de Rudaki-Avenue die wordt omzoomd door schaduwgevende bomen en stalinistische gebouwen. In het centrale park toont het gouden standbeeld van Rudaki het nieuwe zelfbewustzijn van het onafhankelijke Tadzjikistan.
Het straatbeeld weerspiegelt de verschillende kanten van de stad en het land. Roestige Lada’s en fonkelende Mercedessen; Tadzjiekse vrouwen met kleurrijke jurken en hoofddoekjes en etnische Russen in spijkerbroek en korte rok; een in traditionele stijl gebouwd theehuis waar ijskoud bier wordt geschonken. Gecombineerd met de ontspannen sfeer is Dushanbe een leuke stad, bijvoorbeeld om een of meer dagen uit te rusten na een trekking door de Fann-bergen of een vermoeiende expeditie door de Pamirs.

Iskanderkul – Dushanbe: 120 km, 2,5 uur

Dag 10 Kalaikhumb
Je begint aan het tweede deel van je ontdekkingsreis door Tadzjikistan, het traject over de Pamir Highway.

De eerste etappe van de reis is 360 kilometer lang maar verveelt geen moment. Het eerste deel van de reis voert door het relatief vlakke zuiden van Tadzjikistan. Kulob is met 100.000 inwoners de grootste stad onderweg. De geschiedenis van Kulob gaat terug tot voor Christus.
Niet veel later duik je echt de bergen in. Je bereikt de Panj-rivier die de grens met Afghanistan vormt. Je komt aan in het dorp Kalaikhumb, waar je overnacht in het enige hotel.

Dushanbe – Kalaikhumb: 360 km, 7 uur

Dag 11-12 Vanj-vallei
De komende dagen volg je de Panj-vallei. Het zal je keer op keer opvallen hoe groot het verschil in ontwikkeling is tussen de Tadzjiekse en de Afghaanse kant van de grens: aan ‘onze’ kant een asfaltweg, aan de andere kant een ezelpad. Aan ‘onze’ kant elektriciteit, aan de andere kant duisternis.
De Panj-vallei is smal en de berghellingen steil. Op de plekken waar het dal breder wordt en vlak terrein de ruimte voor landbouw biedt, kom je door kleine dorpen waar mannen en vrouwen op het land werken en kinderen vrolijk zwaaien naar de jeep. Regelmatig passeer je grote kuddes schapen en geiten, afhankelijk van het seizoen op weg naar hoger gelegen weiden of juist weer naar de beschutting van de dalen.

De eerste stop is al net buiten Kalaikhumb. Op een heuvel hoog boven het dal ligt hier Karon Castle. De plek wordt enthousiast “het Machu Picchu van Tadzjikistan” genoemd, vanwege de indrukwekkende ligging en vanwege het feit dat de uitgestrekte resten van de stad pas in 2012 werden teruggevonden. De plek moet al in 2.000 voor christus zijn bewoond zijn, de laatste bewijzen van bewoning dateren van 1.500 na christus.

De eerste serieuze zijvallei is die van de Vanj. Dit is een van de meest brede en toegankelijke zijdalen van de Panj. In het dal liggen dus ook verschillende dorpen en de ruïnes van enkele oude forten. Het dorpje Poi Mazar ligt vrijwel aan het einde van het dal. Het ligt in de schaduw van een bergmassief waarvan de Revolutie Piek tot 6974 meter hoogte reikt. Je slaapt hier twee nachten in een homestay.

Kalaikhumb – Vanj-vallei (Poi Mazar): 180 km, 5 uur

Op dag 12 verken je de vallei. Dat kan te voet, met je chauffeur of een lokale gids. Of, als je liever niet teveel wandelt, met de jeep. Je komt door dorpjes, langs akkers en snelstromende riviertjes en hebt altijd zicht op de imponerende bergtoppen.
Afhankelijk van de staat van de weg is het mogelijk per jeep het einde van de Vanj-vallei te bereiken. Hiervandaan kun je te voet verder, met een adembenemend zicht op de omringende pieken en gletsjers. Een van deze gletsjers is de Fedchenko-gletsjer, met 70 km de langste gletsjer buiten de poolgebieden.

NB: enige tijd geleden is in de Vanj-vallei een brug weggespoeld. Dit maakt de hoger gelegen delen van de vallei onbereikbaar. Het is niet zeker of de brug de volgende zomer al is hersteld.

Dag 13 Khorog
Vandaag is weer een reisdag. Je keert op je gemak terug naar de vallei van de Panj en rijdt verder naar het zuiden.
De bestemming van vandaag is het stadje Khorog, hoofdstad van de provincie GBAO (Gorno-Badakshan Autonome Oblast) en met 28.000 inwoners de grootste plaats van de regio. Door de strategische ligging op de grens met Afghanistan was Khorog in het Sovjet-tijdperk een belangrijke plaats. Maar tegenwoordig is dit gebied een van de minst ontwikkelde delen van het land, en draagt de Aga Khan Foundation het grootste deel bij aan de lokale economie.
In Khorog is een botanische tuin gehuisvest (de op een na hoogste van de wereld op 2.320 meter) en zeker voor plantenliefhebbers de moeite waard. Je bent hier dus weer even terug in de bewoonde wereld, met winkeltjes, theehuizen en restaurants. En je slaapt weer in een echt hotel.

Vanj-valley (Poi Mazar) – Khorog: 345 km, 7,5 uur

Dag 14 Yamg
Je vervolgt je weg door het dal naar het zuiden. Een half uur buiten Khorog zie je aan de linkerkant hoog op de hellingen Koh-i-lal, een robijnmijn die door Marco Polo werd beschreven.

Niet veel verder bereik je het marktstadje Iskhashim, waar net als bij Khorog een brug Tadzjikistan en Afghanistan verbindt. Op zaterdagen vind hier op een eiland in de rivier een markt plaats waar ook veel Afghanen van de andere kant van de rivier op af komen. Het is normaal gesproken mogelijk de markt te bezoeken. NB: het komt voor dat de Tadzjiekse grenswachten buitenlanders tegenhouden.

Je bent nu in de Wakhan-vallei, een van de boeiendste stukken van de reis. In de lange, brede vallei liggen tal van dorpjes, ruïnes van forten, kleine heiligdommen en populaire warme baden. Naar het zuiden heb je prachtig zicht op de 7000 meter hoge toppen van de Hindu-kush die de grens tussen Afghanistan en Pakistan vormen. De vallei zelf ligt op circa 2400 meter hoogte.

Na Ishkashim kom je al snel bij de ruïnes van een groot fort, dat prachtig is gelegen, met weids uitzicht over de Wakhan-vallei. Het oudste deel van het fort zou stammen uit de 2e eeuw voor Christus. Niet veel verder ligt het dorp Yamchun. Boven het dorp liggen de restanten van een vuurtempel en, wellicht interessanter, de warme bronnen van Bibi Fatima. Gebruik de gelegenheid om je om te kleden en je onder te dompelen in het warme water tussen de locals.
In het dorp Yamg staat een sympathiek museumpje ter ere van de lokale wetenschapper Sufi Vakhoni, die rond 1900 leefde. Het is gevestigd in een mooi traditioneel huis en vertelt het nodige over de Pamir cultuur.

Je overnacht in een eenvoudige homestay in Yamg.

Khorog – Yamg: 200 km, 5 uur

Dag 15 Langar
Een volgende stop is in het dorp Vrang, waar de ruïnes van een stupa herinneren aan de tijden dat boeddhistische reizigers door de Wakhan trokken.

Aan het einde van de Wakhan-vallei kom je bij de plek waar twee rivieren, de Pamir en de Wachan, samenkomen om als Panj verder gaan. De samenvloeiing wordt bewaakt door het indrukwekkende fort van Langar. Je overnacht in het gelijknamige dorpje.
Vanaf Langar kan je met je chauffeur een mooie wandeling maken.

Yamg – Langar: 100 km, 3 uur

Dag 16 Kara Jylga
Na de natuurpracht van de valleien van de Panj, Vanj, Bartang en Wakhan, verandert het landschap vandaag. Het wordt er echter zeker niet minder mooi op. Je laat de Afghaanse grens en even later ook de rivier achter je en rijdt de bergen in. Langzaam klim je naar de 4300 meter hoge Kargush-pas. Het landschap wordt leger en desolater.
Via de pas bereik je de hoogvlakte van de Pamir’s die zich op 4000 meter hoogte uitstrekt. Hier kom je ook weer bij de echte Pamir Highway, die je bij Khorog hebt verlaten. Je volgt de asfaltweg naar het oosten. Regelmatig passeren hier konvooien Chinese vrachtwagens die bewijzen dat de Zijderoute nog springlevend is.
Je passeert twee dorpjes die niet al teveel voorstellen. Dan verlaat je de asfaltweg om over de hoogvlakte naar het zuiden te rijden. Je trekt nog verder de bergen in, naar een gebied dat de Kleine Pamir genoemd wordt en tegen de Afghaanse grens ligt. Het is een onherbergzaam gebied waar weinig meer groeit dan grassen en lage struiken. De lucht is helder en de vergezichten op de bergen en over de vlaktes imposant. Je zit hier boven de 4000 meter hoogte.
Op de vlakte leven in de zomer verschillende families met hun kuddes. Buitenlanders zien ze zelden en ze reageren gastvrij en enthousiast op bezoekers. Ze slapen in hun traditionele yurten (grote vilten tenten) en hoeden hun kuddes yaks.

Een enkele familie zet een extra yurt op voor gasten. In zo’n yurt slaap je deze nacht. Alhoewel ’s nachts de temperatuur regelmatig tot onder het vriespunt daalt, is het in de yurt altijd heerlijk warm. Er zijn matten, stapels dekens en een kachel die wordt gestookt op de mest van de yaks. De toiletvoorzieningen zijn echter eenvoudig: de wc is buiten en niet meer dan een gat in de grond met daaromheen een schutting. Water, koud en warm, is er alleen in emmers.
Je zal je dus even moeten aanpassen aan de eenvoudige omstandigheden. De stilte, de vergezichten, de sterrenhemel en de kennismaking met het nomadenleven maken dit echter meer dan goed.

Langar – Kara Jylga: 228 km, 6 tot 7 uur

Dag 17 Zor-Kul, Kok Jigit, Murghab
De dag begint met een tocht over de vlakte van de Kleine Pamir. Je bereikt de oevers van het meer met de naam Zor-Kul. Het ligt op de grens met Afghanistan aan de voet van de bergen en het water is door de ijle lucht en de vrijwel altijd onbewolkte hemel meestal prachtig azuurblauw.
Je bezoekt verder Kok Jigit en, afhankelijk van de tijd, ook Sary Gorim.
Het lijkt alsof je hier aan het einde van de wereld bent. Maar weinig meer dan 100 jaar geleden was deze regio het doel van haastige expedities waarin Russische en Britse ontdekkingsreizigers elkaar probeerden af te troeven. Het was allemaal onderdeel van de “Great Game”, de koude oorlog waarin de twee wereldrijken met elkaar wedijverden over invloed en macht in Centraal-Azië.

Daarna keer je terug naar de Pamir Highway en rijdt naar Murghab, het regionale centrum van de hoogvlaktes van de Pamir’s. Met 11.000 inwoners en op 3650 meter hoogte stelt Murghab weinig voor. Toch voelt het na de vele dagen in de leegte van de Pamir’s als de bewoonde wereld. Je slaapt hier in een eenvoudig hotel.

Kara Jylga – Murghab: 126 km, 3 tot 4 uur

Dag 18 Pyshart-vallei (Gumbezdikol)
In de ochtend kijk je even rond in Murghab. Je bezoekt het Yak House, waar bijzondere traditionele Pamiri-spullen worden verkocht, en de lokale bazaar. In de middag rijd je Murghab en de bewoonde wereld weer uit. Niet ver buiten Murghab staan de restanten van een oude legerpost, uit de tijden dat Russische tsaren de Pamir’s bij hun uitgestrekte rijk voegden. De bestemming is de lege en mooie Pyshart-vallei. Hier overnacht je in de nederzetting Gumbezdikol, weer bij de nomaden.

Murghab – Gumbezdikol: 38 km, 1 tot 2 uur

Dag 19 Gumbezdikol-pas, Karakol
Vandaag staat er een serieuze wandeling op het programma. Je trekt vanuit de Pyshart-vallei over de 4731 meter hoge Gumbezdikol-pas naar de Madyan-vallei. Een lokale gids wandelt met je mee.

NB: als je deze wandeling niet ziet zitten is het geen probleem het programma aan te passen. Dit kan ook altijd nog ter plekke worden geregeld.

In de Madyan-vallei word je opgepikt door je chauffeur. Je keert terug naar de Pamir Highway en volgt deze naar het noorden. Je rijdt door een leeg en weids maanlandschap, met lage bergen en blauwe meren. De weg stijgt langzaam naar het hoogste punt van de hele reis: de 4655 meter hoge Ak-Baital-pas. Hierna daal je af naar het grote Karakul-meer. Door de hoogte en het klimaat is er in dit meer geen leven. Je overnacht hier in een homestay of in een yurt bij nomaden.

Madyan – Karakol: 90 km, 2 uur

Dag 20-21 Bartang-vallei
Je volgt een jeepspoor over de steenvlakte het grote niets in. Je ziet geen bomen, geen struiken en zeker geen mensen of huizen. Langzaam klimt de weg tussen lage bergen naar de 3.900 meter hoge Kukjar-pas. Je daalt af en bereikt de Bartang-rivier. Deze volg je de komende twee dagen door ongekend woest en indrukwekkend landschap stroomafwaarts.
De Bartang-vallei verrast na elke bocht. Soms is het nauw en de wanden steil, op andere plekken is het dal breder en verschijnen er struiken en bomen. Af en toe kom je langs het groen van akkers en passeer je lemen huizen.
De Bartang was tot ver in de 20e eeuw nauwelijks toegankelijk. Op sommige plaatsen moesten reizigers via ladders en in manden verticale rotswanden boven de snelstromende rivier passeren. Het oversteken van de rivier zelf gebeurde op opgeblazen geitenvellen.

De eerste nacht slaap je in een homestay in de nederzetteing Savnov, de tweede nacht in Geisev.

Karakol – Savnov: 6 uur
Savnov – Geisev: 5 uur

Dag 22 Geizev-vallei
De volgende dag trek je te voet de Geisev-vallei in voor een wandeling van 5 uur (3 uur naar boven, 2 naar beneden; eenvoudig in te korten of te verlengen). Deze voert langzaam verder de bergen in, langs de groene akkers, een snelstromende rivier en prachtige blauwe meertjes. Onderweg ontmoet je de lokale bevolking, altijd oprecht blij vreemdelingen te begroeten. Je bent de hele dag midden in een van de mooiste landschappen van de Pamir’s.

Dag 23 Kalaikhumb
Je keert terug naar de Panj en volgt deze stroomafwaarts naar Kalaikhumb.

Khorog – Kalaikhumb: 235 km, 6 uur

Dag 24 Dushanbe
Niet ver buiten Kalaikhumb neem je afscheid van de Panj-rivier, die zo lang je metgezel is geweest. Na een lage pas bereik je de dalen en vlaktes waar Kulob en ook Dushanbe liggen.

Kalaikhumb – Dushanbe: 280 km, 7 uur

Dag 25 thuisreis
Je vliegt vanaf Dushanbe terug naar huis.

Top